Terwijl de gratis Fonnefeesten zeker een bezoek waard
zijn en ook deze zomeravond gelijktijdig plaatsvonden, zijn het toch
vooral de Lokerse Feesten die met een mooie line-up jaar na jaar Lokeren
op de kaart zetten. Toegegeven, de zon scheen nog fel en de gezellige
drukte die ik me herinner uit vervlogen tijden toen ik nog naar Lokeren
kwam gefietst - drie kwartier nota bene - en mezelf wijsmaakte dat ik
het deed voor de muziek en niet voor het meisje waar ik en mijn hormonen
iets in zagen, was pijnlijk afwezig. Seasick Steve was niet de
hoofdattractie van de avond - Arno en Damien Rice passeerden ook nog de
revue - maar het publiek verwelkomde de 72-jarige wereldster met een
applaus, uniek voor het traditioneel sceptische Lokeren.
Ikzelf begin nuchter aan het optreden – de
backstageruimte is gigantisch en voorzien van hangmatten en nog meer
zoets maar voor een pintje betaal je ook daar 2,5 euro. Seasick Steve en
de Zweedse drummer Dan Magnusson, die verdacht veel op The Dude uit the
Big Lebowski lijkt, betreden hun arena daarentegen met een fles wijn ter
hand, een attribuut dat hen steevast een luid applaus zal bezorgen
telkens ze een zomerse slok nemen. De scène wordt jammer genoeg
verstoord door de distinctieve festivalgeur van bier en voeten die een
man voor me in het publiek verspreidt.
Gelukkig vuurt Seasick Steve meteen 'Don't Know Why
She Love Me But She Do' af op het publiek vanuit zijn sigarenkistgitaar
– later op de avond werd die nog ingeruild voor een wieldopgitaar, een
eensnarige diddley bow, een driesnarige gitaar en, godbetert, een
eenvoudig elektrisch exemplaar. Elke voet op het plein stompt mee; de
aanstekelijke riffs gecombineerd met stevige drum, ondertussen ontelbare
keren gekopieerd, zijn Steve's geschenk aan de bluesrockscene en Lokeren
is dankbaar.
Twee jaar geleden zag ik de legende al optreden in
Oudenaarde waar hij de voor drugsbezit veroordeelde Pete Doherty verging
op Feest in het Park. Ondertussen heeft Seasick Steve zijn zesde plaat
uitgebracht, 'Hubcap Music', die minder hoge toppen lijkt te scheren dan
voorganger 'You Can't Teach an Old Dog New Tricks' of 'I Started Out
with Nothin and I Still Got Most of It Left', de plaat die de artiest
definitief lanceerde richting sterrendom. Ondanks het mindere succes
biedt de laatste langspeler enkele van de beste nummers van de avond
waaronder 'Down On The Farm' en 'Keep On Keepin On' en voegt ze heel wat
meer variatie toe aan het repertoire.
Op het podium is de man rustiger en reflexiever
geworden zonder dat de kenmerkende energie ontbreekt. Hij kanaliseert
die nu in langere en soms poëtische bindteksten. Net als twee jaar
geleden kiest hij een mooie blonde deerne uit het publiek om voor zich
neer te poten terwijl hij zacht 'Walkin Man' zingt. En hoewel de sfeer
nog net niet intiem genoeg is voor een dergelijke zet, doen de blozende
kaakjes van de jongedame mijn hart smelten wanneer een gigantisch
securityexemplaar haar enkele meters van me opnieuw over het hek tilt,
tevergeefs een aanstormende midlifecrisis bestrijdend.
Na een aantal snelle boogies en het eerder genoemde
'Keep On Keepin On' - halverwege opnieuw gelanceerd na de profetische
woorden: "At least when you're dead and gone, all they can say is that
you kept on keepin' on." - zet Seasick Steve zijn countrypet op en
brengt 'Purple Shadows'. Wie aanwezig was en geen kippenvel kreeg,
adviseer ik sterk medisch advies in te winnen.
Na democratisch advies beslist het bluesduo de avond
af te sluiten met 'Dog House Boogie'. De Lokerse Feesten, waar bizar
genoeg steevast geen bisnummers gespeeld worden, dwingen Steve en Dan de
boogie uit te rekken opdat het publiek niet hongerig zou achterblijven.
Voor het nummer beëindigd wordt met het slaan van een gitaar op de drums
en een symbaal dat door de lucht vliegt, krijgen we een zeldzame blik in
Seasick Steve's jeugd; hoe de man als kind de vuist te verduren kreeg
van een Koreaveteraan die toevallig ook zijn vader was maar dat niet
langer wist. Nadat hij op dertienjarige leeftijd uit een gesloten raam
geslingerd werd, kwam hij naar eigen zeggen op het idee zijn vader te
vermoorden. En hoewel hij de volgende dag met geladen .45 automatic papa
zat op te wachten - "Like all good American boys, I knew where the
loaded guns were. I guess that's why we shoot each other so much." - nam
hij die dag enkel de beslissing van thuis weg te lopen. Steve's
toespeling op de Amerikaanse wapenwet is niet de enige politieke
boodschap op het podium. Magnusson draagt een shirt waar klaar en
duidelijk 'Go to hell Stone' op te lezen valt, deelnemend aan een ad
hoc-campagne van muzikanten tegen muziekblad Rolling Stone dat Dzhokhar
Tsarnaev, verdacht van de Boston Marathon aanslag, zou hebben
verheerlijkt. Dit onder andere met een intussen beruchte en toegegeven
flamboyante coverfoto.
Minuten later verlaat ik het plein, laat Arno en de
Ierse jongeman voor wat ze zijn en hoor Claptons versie van JJ Cale's 'Cocaine'
uit de boxen schallen wanneer ik met overdreven melancholie besef dat
mijn nageslacht Seasick Steve jammer genoeg nooit aan het werk zal zien.
Jago Kosolosky
reageer op dit artikel
terug naar de index van de concert-
en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To
The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift
voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we
u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies,
boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee?
Klik hier voor meer info.