Op vrijdag 11 april waren we in 't Visioen
waar het gelegenheidscollectief Blues in Bruges Combo ons aangenaam
verraste maar waar dezelfde avond Innes Sibun (UK) voor een absoluut
dieptepunt zorgde met een weinig inspirerende akoestische set
singer-songwriterdeuntjes die met blues geen uitstaans hadden. Op zaterdag
trokken we naar l'Estaminet, in lang vervlogen tijden dé bluestempel van Brugge.
Moonrunner bracht een nokvolle Estaminet in aangename sferen en de Franse
Blues Eaters schakelden de temperatuur naar kokendheet met opzwepende
jumpblues. Dat was genieten, maar... de echte bluesfans keken reikhalzend uit
naar de komst van Lurrie Bell in de Comptoir.
Normaal is maandag sluitingsdag in de
sfeervolle kunst-, bier- en blueskroeg maar nu zaten er om 20 uur al 160
blueslovers binnen. Gelukkig is de Comptoir een keldercafé, zodat het gegeven
'uit zijn voegen barsten' iets moeilijker ligt dan bij een bovengronds
etablissement. Maar vol is vol, zodat Bram en Désiree tourmanager Erkan Özdemir
promoveerden tot flink uit de kluiten gewassen 'buitenwipper'. Verschillende
laatkomers moesten onverrichter zake rechtsomkeert maken. Omstreeks 21 u. begon
de Dave Specter Band (Chicago, USA) aan een smaakvolle reeks instrumentals. Die
kwamen uit het recente album op Delmark Records en een beetje bluesliefhebber
weet dat Delmark synoniem is voor kwaliteit. Er zijn trouwens weinig bleekneuzen
die hier hun voet tussen de deur hebben. "Hij is duidelijk een stielman",
liet de West-Vlaamse blueskoning Marino Noppe zich over Specter ontvallen. En
inderdaad, hoewel een tikkeltje melodisch (wat ook nodig is, want hij zingt
niet), toonde Specter zich een trefzekere en bijzonder mature gitarist. In zijn
band zitten nogal wat kleppers. Toetsenman John Kattke - ook een zeer
verdienstelijk zanger trouwens - is de leider van de huisband in Buddy Guy's
Legends en de bassist verdiende zijn sporen in de band van Lonnie Brooks.
Toen Lurrie Bell opkwam, bereikte de
temperatuur letterlijk en figuurlijk het kookpunt. Hij zette in met een
verschroeiende versie van zijn 'signature song': 'The Blues Had A Baby'. Met
priemende pretoogjes etaleerde hij ook in de volgende nummers zijn handelsmerk:
één noot rondjeslang aanhouden maar die in elk couplet verschillend frazeren.
"Dit is een supergitarist", aldus de Brugse muzikant Long Tall Danny. Ook
Tessa De Vreese, de beste Vlaamse blueszangeres, glunderde. "Als jullie van
deze stijl houden, moeten jullie eens de Banana Peel bezoeken. Ja, vanavond
brengen wij blues van het Banana Peelniveau", had Blues in
Bruges-organisator Stefaan in zijn intro nog gezegd, wellicht vanuit een
welgemeende appreciatie omdat Bananaboss Franky Van de Ginste ook aanwezig was.
Dit alles om maar te zeggen welk schoon volk naar Brugge was afgezakt om Lurrie
aan het werk te zien...
De band speelde één lange set, maar Lurrie
kreeg na drie kwartier een pauze. Dave Specter en kompanen deponeerden nog een
aantal frisse instrumentaaltjes en dan kwam de meester terug voor nog meer
broeierige blues waarvan je kloten zowaar aan het rammelen gingen. Mogen we eens
een cliché uit de kast halen? Hij kwam, hij zag en hij overwon! Lurrie Bell,
zoon van de legendarische harmonicaspeler Carey Bell, speelde zo intens, zo
vanuit de onderbuik, zo écht, dat het gitzwarte Chicago heel even in de Brugse
Vlamingstraat lag. Toen wij na afloop van het concert met Lurrie aan de babbel
sloegen, en hem vertelden dat wij begin jaren '90 intensief met zijn vader
hadden getoerd, was hij spaarzaam met woorden. Maar als eerbetoon aan Carey
toverde hij prompt een harmonica uit zijn borstzak en wou hij maar wat graag zo
op de foto, alhoewel wij hier enkel incognito zijnde onze smartphone op zak
hadden.
"Ik vind dat wij als kroeg de functie
hebben om regionale bands een kans te geven", gaf Bram van de Comptoir ons
nog mee. Maar vanavond had hij toch maar mooi één van de grootste gitaristen van
de Chicagoblues - blues van wereldniveau dus - neergezet in zijn café. Men zal
er nog lang over spreken. Daarvan zijn we onmiskenbaar overtuigd!