Blues? Blues is een kast met vele laden. Of nog, een boom met vele
takken. Ooit was er de stam, wat wij de klassieke blues zouden kunnen
noemen, en die stam blijft nog altijd stevig overeind, maar ondertussen
heeft onze bluesboom takken bijgekregen en is de blues geëvolueerd,
vooral onder de invloed van jongere artiesten. Er zijn zelfs 'vreemde'
takken (invloeden) op de 'oerstam' geënt, die ook goed gedijen. De blues
van de jeugd klinkt nu eenmaal anders dan de 'klassieke' blues, sneller,
ruiger en vooral... harder! Maar de Romeinen wisten het al: 'De gustibus
et coloribus (mulieribusque, haha!) non est disputandum'! Enfin, wij
konden ook dit jaar weer (al voor de 26ste keer!!) aanwezig
zijn op het Moulin Blues Festival, het gezelligste bluesfestival, niet
alleen van Nederland, maar ook van ver daarbuiten.
vrijdag 2 mei
hoofdpodium
Na
een kort verwelkomings- en openingswoordje kregen The Mighty Mojo
Prophets de eer - jaja op Ospel spelen voelen de artiesten aan als
een eer - het muzikale gebeuren te openen. De Prophets nemen ons mee op
een bluestrip van Chicago naar Texas (en terug). Jullie, intelligente
bluesliefhebbers, hebben al snel door dat de Prophets een ingenieuze mix
van stijlen aanbieden. Chicago, zeer zeker. Texas, uiteraard. Maar ook
West Coast swing en jump. Hun set is stevig, energiek, maar niet die
brutaal harde bluesrock. Nu we de term 'bluesrock' toch hebben laten
vallen, komen we terecht bij The Patrick Sweany Band. Hun
experimentele blues is een kruising tussen blues, soul, rock en pop. Het
is nogal intrigerend en toch ook wel interessant, soms duister en
voodoo-achtig en heel anders dan we gewend zijn. Blues is, vinden wij,
in een grote mate een manier van muziek… aanvoelen, en het is bovendien
een soort lichamelijke ervaring en dat is hier zeer zeker het geval.
Het
zijn allemaal jonge gasten, en dus mag het ook een beetje luider. Uit
Amsterdam komen ze, het zevenkoppige collectief dat zich Maison du
Malheur noemt. We willen helemaal niet zo ver gaan om hun set een
'malheur' te noemen, maar heel veel enthousiasme kunnen we bij het
publiek toch niet bespeuren. Een beetje een vervelende set dan? Neenee,
maar hun aparte mix van jazz, blues, rhythm and blues, soul, rock, soms
wat mamboritmes en een schepje 'redneck' countryrock slaat niet
onverbiddelijk aan. God ja, we zouden liefst iets anders zeggen, maar
een groot deel van het publiek vindt dat het nu zo ongeveer tijd is om
wat te staan babbelen met 'een-tijdje-niet-meer-geziene' vrienden.
Spijtig voor Maison du Malheur, maar zo gaat dat nu eenmaal in deze
(harde) wereld. Dat het van luid gemakkelijk genoeg naar luider kan,
komt Jonny Lang ten overvloede bewijzen. Jonny, die van ver qua
haarsnit en outfit een beetje aan Bryan Adams doet denken, is een van
die jonge blagen die de blues willen heruitvinden. Jonny, laat dit toch
maar even duidelijk zijn, is een begenadigd gitarist. Maar… dat was hij
tien jaar geleden ook al en wij vinden dat hij niet écht uitzonderlijk
is geëvolueerd. Met andere woorden, hij heeft, na al die jaren, niet zo
heel veel bijgeleerd, is zo wat ter plaatse blijven trappelen. Let wel,
Lang is… gewoon goed, maar een half uur, drie kwartier Lang is voor ons
'lang' genoeg. Zijn set start overdondere
nd, maar na een tijdje zakt het
allemaal een beetje puddinggewijs in mekaar en dat heeft het publiek ook
wel in de gaten want zijn oproep om een beetje actief mee te doen heeft
maar matig succes.
Okay, Lang off, de Tedeschi Trucks Band on. Met 12 (!) zijn ze op
het podium. En wat het indiscutabele hoogtepunt van de vrijdag had
moeten zijn, verzandt een beetje in een bombastische (Las Vegas) show.
We hebben Tedeschi/Trucks eerder gezien en gehoord, maar dit lijkt niet
eens van verre op de schitterende band die we ons herinneren. Susan, de
engel, en dat stoort ons een beetje, wordt naar de achtergrond
verdrongen ten voordele van de Trucks band. Dit is niet meer de Tedeschi/Trucks
Band, maar de Trucks Band featuring Susan Tedeschi. Muzikaal is het
allemaal voor de volle honderd procent in orde, maar we hadden liever
wat meer Tedeschi en wat minder Trucks Band gehoord. En toch ook wel van
enige importantie, de TTB heeft niet alleen (klassieke) blues in het
vaatje, maar ook een flink percentage rock, pop, funk, gospel en soul.
Voor ons, maar ja, wie zijn wij dan uiteindelijk weer, een heel klein
beetje een afknapper, gezien de vorige keigoede 'shows' die we van TT
mochten meemaken.
Jean Bervoets
kleine tent
Met
de eerste act in het Moulin Blues Café viel ons een klavertje-vier te
beurt. Akkoord, dit is een ietwat wollige metafoor, maar de John F.
Klaver Band is gewoonweg subliem! Deze terechte winnaar van een
Dutch Blues Award veroverde voor de tweede keer een plaatsje op Moulin
Blues. "Ik moet mijn gitaar even stemmen, want Derek Trucks heeft ze
net gesigneerd", poneert John niet zonder trots. "En ik ben
benieuwd hoe ze nu klinkt", voegt hij er fijntjes aan toe. Nou, ze
klinkt intens priemend en melodieus frazerend tegelijk, maar dat heeft
uiteraard enkel te maken met de kwaliteiten van Klaver, die hier
veelvuldig put uit 'The Edge', zijn nieuwe album dat in het najaar
verschijnt. Een pompende hammond en vakkundige drums met tussentijden en
backbeats zijn in nummers als 'Crossroads' net zo opvallend als de
meesterlijke veelzijdigheid van John F. Klaver, zeer zeker één van
Nederlands beste bluesartiesten. Ook de Australische one-man-band
Claude Hay kan op de sympathie van het publiek rekenen. Niemand
stoort zich eraan dat hij de ritmische ondersteuning in hoofdzaak uit
zijn 'looping pedals' pleurt. De ogen en oren zijn vooral gericht op de
snelheid waarmee hij zijn dubbelgenekte gitaar (zes snaren én een
basgitaar) gewillig de mix van blues en syncopische folkrock laat
ondergaan. De man behoudt zelfs in het heetst van het multitasken zijn
cool. Dit mag dan wel in strijd zijn met het imago van een doorsnee
kangoeroe, het houdt de aandacht van een flink aantal geïnteresseerde
toeschouwers wel vast.
Franky Bruneel
Zaterdag 3 mei
kleine tent
Wegens afzeggen van The Excitements werd het in het 'café' een volledig
Belgische dag met Little X Monkeys, The Baboons en Boogie Beasts.
Little X Monkeys mogen eerst het podium op. Nooit van gehoord, maar
blijkt dat de Monkeys uit de buurt van Namen komen. Walen dus. Wat mogen
we daarvan verwachten? Onze scepsis slaat al vrij snel om in, voorlopig
nog enigszins getemperd, enthousiasme want de Monkeys zijn écht wel
goed. Stampende, uptempo rockertjes, met sterke rootsy, indie-americana,
folky invloeden worden ons deel. Wanneer Marjorie Piret 'Come Together'
(The Beatles) inzet, gaat onze linker wenkbrauw toch even de hoogte in.
Maar ook deze hindernis wordt, tot onze niet geringe verbazing, zonder
problemen genomen. Waar hebben de Little X Monkeys al die jaren gezeten?
Omdat The Excitements dus hadden afgezegd, had de organisatie het
illustere idee om nog snel snel The Baboons (uit de omgeving van
Turnhout) naar Ospel te halen. The Baboons (stijl The Seatsniffers)
staan voor rockabilly en rootsrock en ze doen dat verdorie nog goed ook.
'Linda Lu' (Sharpe), 'You Can't Catch Me' (Berry) en 'Sugar Babe' zijn
maar een paar titels uit hun uitgebreide, energieke repertoire. Jullie
raden het al: ambiance te over in het Moulin Blues Café! En de
afsluiters, de Boogie Beasts, vonden dat het enthousiasme en de
ambiance nog een tikkeltje intensiever konden en pakten uit met twee
stevige, dat zeer zeker, boogierocksetjes. Dirty
beats, screaming harmonica riffs and a lot of fuzz: dat zijn de Boogie
Beasts! Goede, krachtige show.
Jean Bervoets
hoofdpodium
Met
acht bands zit de programmering op het hoofdpodium ei- maar dan ook
eivol. En net zoals elk ei bevat de line-up een volle smaakvolle
bluesdooier met eromheen het genietbare eiwit van bluesverwante stijlen
én... een luchtzakje. Inderdaad, want van bands als My Own Holiday
en Honey Island Swamp Band blijft niet zoveel hangen. Hun
ondefinieerbare mix van uiteenlopende Amerikaanse muziekstijlen is voor
bluesliefhebbers een nauwelijks te vatten kluwen. Er zijn muzikale
bollebozen die beweren tegen hokjesdenken te zijn, maar voor dit soort
muziek hebben ze een naam uitgevonden: Americana... stel je voor! Neen,
dit is niets voor een bluesfestival...
Of
je moet die stijlenmix zo verschrikkelijk goed spelen, dat ook bluesfans
niet om de kwaliteit heen kunnen. En als je daarbij teruggrijpt naar
stijlen die in de bluesgeschiedenis een wezenlijk deel van het genre
hebben uitgemaakt, waardoor je muziek een educatieve toegevoegde waarde
krijgt, dan zijn al die bonuspunten samen gewoonweg hartverwarmend. Zo
verbluffend goed is Pokey LaFarge! Qua looks, qua attitude en
ook muzikaal lijkt hij zo uit de jaren '40 weggeslopen. We wanen ons een
vol uur lang in een tempel à la Louisiana Hayride of Grand Ole' Opry en
Pokey's feestelijke versmelting van hokum, stringbandmuziek, jazz,
bluegrass, ragtime, country en vroege rock-'n-roll houdt een goedgevulde
tent van begin tot eind bij de les.
Ook
de Canadese zangeres Layla Zoe maakt een waardige indruk. De
vergelijking met Janis Joplin is absoluut niet denkbeeldig. Blootvoets
en in flower-poweroutfit werkt ze zich schreeuwend maar soulfol door al
de donkere bochten die ze op haar nog prille levenspad is tegengekomen.
Het woodstockgevoel is er en naar het einde van haar set toe, worden
haar grillige bewegingen steeds suggestiever en de voortreffelijke
gitarist
Jan Laacks doet gretig mee. Layla heeft een trouwe schare fans
op post en die vinden het top om de nummers van Layla's nieuwe cd 'The
Lily' nu ook live te kunnen ervaren. Bluesrocker Kenny Wayne Shepherd
lokt uiteenlopende reacties uit. Een vingervlugge notenkunstenaar is hij
absoluut, maar wegens een tikkeltje te routineus houdt zijn set de
aandacht niet onverdeeld vast. Kenny zingt niet, en zodoende vervult
zanger Noah Hunt eigenlijk de rol van fronman. We maken de vergelijking
met Johny Lang en stellen vast dat Shepherds gitaristische maturiteit
ver boven die van Lang uitstijgt. Maar hoe intens hij het ook zelf
beleeft; ergens blijft het vrij steriele bluesrock.
De
blues krijgen we van het Nederlandse 'Drippin' Honey', zeer zeker van
Sugar Ray & The Bluetones en van de afsluiter Sugaray Rayford.
Drippin' Honey was ooit dé Nederlandse bluesbelofte, maar hield er,
pakweg tien jaar geleden, op het hoogtepunt mee op. Alle goeie bands
zijn ooit wel eens terug van weggeweest en het weerzien met
zanger-gitarist Sander Kooiman en harmonicaspeler Kim Snelten is
bijzonder aangenaam. Ze brengen hun karakteristieke mix van
Westcoastblues en het ruige geluid à la Lester Butler. Hier in Ospel
gaat dat geluid er bij het publiek als zoetekoek in, ondanks het vroege
uur. "We hebben ooit eens een single gemaakt, maar dat is eigenlijk
niets geworden", zegt Sander zelfrelativerend. Wij kunnen alleen
maar vaststellen dat 'My Words' nog steeds staat als een huis!
De
zwarte Texaan Sugaray Rayford, uit de Delta Groove-stal, mag het
festival afsluiten. Hij predikt de blues terwijl hij soul klinkt en dat
is een kunst op zich. Zoals alleen een echte showman het kan, zoekt hij
interactie met het publiek en het is verrassend hoeveel toeschouwers
voor deze show zijn blijven hangen na de bombastische bluesrock van
Kenny Wayne Shepherd. Sugaray goochelt met grote namen, want hij brengt
'Depression Blues' van Clarence 'Gatemouth' Brown en 'Preaching Blues'
van Son House, beide uit zijn schitterende Delta Groove-cd 'Dangerous'.
Het publiek eet uit zijn hand en toont zich bijzonder inschikkelijk
wanneer Delta Groove-labelbaas Randy Chortkoff harmonica komt spelen
maar technische problemen zijn inbreng genadeloos fnuiken. Ook de
Nederlandse Big Pete is van de partij en die gedijt in professionele
cool tussen zijn Amerikaanse labelgenoten. Rayford is een waardig
afsluiter, mede door de volle sound van zijn band, inclusief de
meesterlijke gitarist Gino Matteo en een lekkere blazerssectie.
Het
onmiskenbare hoogtepunt van Moulin Blues 2013, en het woord onmiskenbaar
is nauwelijks gewikt en gewogen want zowat iederéén is het ermee eens,
komt echter in de vroege namiddag met Sugar Ray & The Bluetones.
Pure onversneden Texas- en Chicagoblues is ons deel. Heel bescheiden
kondigt Roomful Of Blues-oudgediende Sugar Ray een nummer aan dat hij 25
jaar geleden schreef, en 'Someday, Someway (I'm gonna find me somebody)'
luidt het feest der herkenning in. We krijgen een nostalgisch optreden
waaruit blijkt dat nostalgie en kwaliteit echt wel hand in hand kunnen
lopen. Ray's sublieme versie van Junior Wells' 'Hoodoo Man Blues' geeft
een nokvolle tent hét ultieme bluesgevoel! Hiermee is het
ontegensprekelijke bewijs weeral eens geleverd. Als programmator van een
bluesfestival scoor je het best bij je publiek als je... blues
programmeert! Verrassend is ook de inbreng van gitarist Monster Mike
Welch. Hij is volwassen geworden, heeft leren doseren, kan met zijn
gitaarspel slaan en zalven zoals alleen de allergrootsten dat kunnen. En
als zanger-harmonicaspeler behoort Sugar Ray zonder ook maar de minste
twijfel tot datzelfde kliekje allergrootsten. Bedankt, Ospel, dat we dit
hebben mogen meemaken!
Ospel 2014 was zoals vanouds knap georganiseerd, professioneel omkaderd
en zeer gezellig. In de Grote Peel kennen ze ondertussen het West-Vlaamse
woord 'geroezemoes' want hun publiek staat nu niet meteen bekend als het
meest aandachtige. Maar dit jaar is dat misschien... heel misschien...
omdat er (te) weinig authentieke blues geprogrammeerd staat en (te) veel
nevengenres voor nichten. Niettemin blijft Moulin Blues steeds weer een
intrigerende belevenis.
Franky Bruneel
reageer op dit artikel
terug naar de index van de concert-
en festivalrecensies
-
Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To
The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift
voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we
u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies,
boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee?
Klik hier voor meer info.