Bananapresident Franky Van de Ginste kondigde de band aan en noemde Tail Dragger
legendarisch. Niet alleen vanwege zijn dienststaat door de decennia heen, in
Chicago's west side en ver daarbuiten, maar ook voor wat hij in de vooravond al
in Ruiselede had gepresteerd. De man zou snipverkouden zijn en had zijn betonnen
strot gegorgeld met een mengsel van citroensap en azijn! En geen klein beetje,
want de Bananacrew had een literfles met het goedje moeten vullen. De hilarische
toon was gezet en de Nederlandse Robbert Fossen & Peter Struijk Band trapte af
met een ode aan Magic Slim (die hier in de Banana Peel zijn op één na laatste
optreden heeft gegeven). Daarna volgden 'Five Long Years' en 'You Got To Love
Somebody', vakkundig gebracht en heel... 'Chicago' klinkend. Kijk, je hebt verse
tomaten en geconcentreerde tomatenpuree en als je tomatensmaak wil, dan durven
verse tomaten nogal eens ontgoochelen. In de winter komen die uit de serre, want
de massaconsumptie wil ook tijdens de winter tomaten. Maar ze zijn echter kleur-
en smaakloos. Waarmee we eigenlijk willen zeggen dat we ervan overtuigd zijn dat
de blues in de toeristenclubs van de windy city lang niet meer zo 'Chicago'
klinkt als het ooit is geweest. Fossen en Struijk trekken echter een blik
Chicagoconcentraat open, en de inhoud geeft een authentieke smaak aan elke
muzikale seconde van dit hele concert!
Na
deze voortreffelijke Nederlandse intro kwam de guitige Tail Dragger het podium
opgeschuifeld. Hij verontschuldigde zich, zoals gewoonlijk, omdat hij een groot
gedeelte van zijn optreden al zittend zou afwerken. "Lach me niet uit,
mensen! Als jullie oud genoeg worden, dan zullen jullie later ook een stoel
nemen", grapte hij. Natuurlijk wisten we dat hij het geen volle song op zijn
stoeltje zou uithouden, want Tail Dragger is een man van het volk en vertrolkt
zijn blues het liefst tussen de mensen. Maar een song dient nu eenmaal
aangekondigd en 'I'm Sitting Here' was de klassieke opener. Daarna volgden 'She
Worried Me', 'Stop Lyin' On Me', 'Long Distance Call', 'Don't Start Me To
Talkin'' en 'Be Careful What You Do', allemaal materiaal van zijn recente albums
op Delmark Records. Akkoord, Tail Dragger was misschien niet optimaal bij stem,
maar dat kwam zijn vertolkingen zeker niet ten kwade. Het was deze keer gewoon
grof schuurpapier in de plaats van middelgrof. En plezier beleefde hij er
duidelijk wél aan.
In de pauze
ging Tail Dragger even naar buiten. Om aan zijn pijp te lurken, een pint te
drinken, gezellig met de toeschouwers te staan kletsen en... jawel... zijn
literfles citroenazijn uit het tourbusje te plukken en zijn keel een grondige
gorgelbeurt te geven. We weten niet of het iemand is opgevallen, ma
ar...
wij hebben hem in elk geval het goedje na het gorgelen niet zien uitspugen. Echt
waar! En de man maar vloeken en ketteren op de concertorganisator van daags
ervoor. "Ik heb het zo fucking koud gehad, man. De verwarming werkte er niet.
Gisteren dacht ik dat ik misschien beter gewoon was thuisgebleven maar hier is
het goed warm hé! En die mensen zijn hier precies ook warm hé! Het doet
me denken aan die keer dat ik hier in de jaren '80 heb opgetreden met de Mojo
Bluesband. Van waar waren die gasten? Oostenrijk? En spelen die nog?"
Ondertussen
waren Peter en Robbert aan een intimistische akoestische intro begonnen, zonder
hun begeleiders (bassist Jan Markus en drummer Edward Nijenhuis). Op
glinsterende resonatorgitaren brachten ze 'Walking Blues', 'Tears On My Pillow'
en een gepersonaliseerde versie van 'Sweet Home Chicago'. Met 'Bad Avenue'
kregen we een tweede eerbetoon aan Magic Slim, die andere Chicagogigant die hen
ook bijzonder na aan het hart ligt.
Met
'Ain't No Cryin' No More' zette Tail Dragger zijn tweede set in. En zie... zijn
stem was weer helemaal terug! Dat spul bleek zelfs effectief te zijn. Onthoudt u
het dus maar, beste lezers, citroensap en azijn! Tail Draggers bindteksten
bevatten altijd hele en halve waarheden, rechte en kromme levenswijsheden en
bakken humor. "You now, people... I have a nosy neighbour. It's a good fellow
but who's gonna tell you that you can trust all good fellows? Huh? So I trust
him as long as he mind his own business and stay out of mine." Tail Dragger
priemde zijn wijsvinger vervolgens haast in het oog van een onfortuinlijke
toeschouwer op de eerste rij en vervolgde zijn rede: "You look like a good
fellow too, but... let me tell you... mind your own fucking business and leave
mine alone! Do you hear me?!" waarop de band een aanstekelijke pulserende
Chicagogroove inzette en de oude zanger weer heel even de 'Crawlin' James' van
vroeger was. Tail Dragger... dat is amusement ten top, dat is entertainment van
de straat maar van het zuiverste soort. We kregen ook nog hartverwarmende
versies van 'So Easy' en 'Baby Please Don't Go', waarna Tail Dragger naadloos de
klassiekers 'How Many More Years', 'Have No Place To Go' en 'Rock Me Baby' aan
elkaar reeg. Als toegift bracht hij een ode aan zijn grote voorbeeld, Howling
Wolf.
Het was een
mooie avond, hier in de Banana Peel. We kunnen u enkel maar de raad geven om er
de website van Robbert Fossen en Peter Struijk regelmatig op na te slaan (www.chicagoblues.nl)
want in mei en juni vertoeft Tail Dragger alweer in hun gezelschap op allerlei
lokaties in de lage landen. En een tip voor de organisatoren: er zijn nog
verscheidene data beschikbaar!