Internationaal Boogiewoogiefestival
Laroquebrou (FR) - van 9 tot 12 augustus 2018


'En de boogiewoogie dan, verdorie!?' Dit is alleszins een cinematografisch en dynamisch sterkere slogan, naar het beeld van de artistiek directeur, dan het banale '…voor de twintigste verjaardag heeft het internationale festival moeite noch tijd gespaard…'

Zomer! En dan zijn er in Frankrijk onnoemelijk veel jazzfestivals. Maar er is er maar één, in de streek van de uitgestorven vulkanen van de Cantal, dat alle talenten (jazz en boogie?) verenigt. Misschien het enige festival dat nog zal overblijven. Laten we hopen dat de aanwezigheid van TF1 en FR3 de nieuwsgierigheid zal aanwakkeren. De bewoners, het gemeentebestuur en de organisatoren, de openbare instellingen en talrijke sponsors hebben zich ingezet om de festivalgangers in alle vriendelijkheid te ontvangen. In twee cafés staan er piano’s voor de late jams. De tabakswinkel op de hoek heeft zijn piano zelfs op het voetpad gezet. Er is een podium met ‘live’ optredens en een aantal fifties- en sixties R&B deejays – Ik heb zelfs Katie Webster gehoord! – brengen leven in de tenten op de parking. En die tenten zitten boordevol dansers. Let’s boogie!

Daniel Paterok
(DE): Zijn techniek en zijn frisheid veroveren de grote sportzaal. Zijn ‘Suite moscovite’ lokt spontaan applaus uit.
Pat Giraud & Stefan Patry (FR): De twee hammondspelers en hun medemuzikanten (leraar en leerling) zorgen voor collectief enthousiasme omdat ze duidelijk plezier hebben in hun manier van spelen. Patry maakt hun ‘sound’ nog wat dieper met de baspedalen, maar beide spelen ze elk om beurt een solo en ze zorgen dus ook om beurt voor de begeleiding. Wanneer ze hun instrument wat rust gunnen is daar Jean-Paul Amouroux die op een elegante manier overneemt op piano. Simon Boyer (drums) en François Fournet (gitaar) zorgen voor de ideale ondersteuning. Ze spelen krachtig en onwaarschijnlijk mooi het swingrepertoire van Bill Doggett, Jimmy Smith ('The Cat'), Milt Buckner, (‘Lady B. Goode’,‘Perdido’), enz... Schitterend!

Elke dag presenteert het festival speelse duo’s of trio’s pianisten. Onder hen de jonge Nirek Mokar (FR), zeventien jaar, en Amouroux, zijn ontdekker, laat hem zoveel als mogelijk meespelen. Als begeleider van Sax Gordon toont hij een toetsenaanslag à la Little Richard. Een minpuntje is de te anekdotische deelname van Florian Michiels uit Toulouse. Er zijn ook nog twee koppels acrobatische dansers met wereldklasse die op tijd voor een frisse wind zorgen.

Maar wie heeft eigenlijk Eric Bibb (US) uitgenodigd? Hij en zijn begeleider Staffan Astner, op elektrische Telecaster, geven een perfecte show van anderhalf uur weg. Staffan weegt zijn noten perfect af in Nashville-stijl, maar beiden zijn eigenlijk ‘off topic’, passen niet echt in het opzet van het festival. Is hier misschien een stilistisch interpretatiefoutje gemaakt? Eén blik op zijn uitgebreide discografie had kunnen aantonen dat Eric geen bluesman ‘pur sang’ is, zoals hij wel in het programma werd aangekondigd. Zelfs de correspondent van ‘La Montagne’, een plaatselijke krant, vond de set te lang en de helft was ook al voldoende geweest. De artistiek directeur en presentator was boos, maar deed niets. De directeur van het comité, van zijn kant, vond het optreden wel fijn. En het publiek? Er was appreciatie, maar toch ook wel onbegrip. Eigenlijk was dit een ‘casting’ fout.

Christian Cristl (DE): Christian speelt strakke ‘pre-war’ en staat een beetje in de schaduw van zijn echtgenote, Scarlett Andrews, die oorspronkelijk niet stond geprogrammeerd. Zij zingt blues uit de jaren 1930 en 1940. Wij hadden Christian liever wat meer solo gehoord.
Jean-Pierre Bertrand Boogie System (FR): Pure klasse, en swing met zijn koperblazers. Hij is een klassieker op het festival en op de Franse podia. Leuke, vlotte deuntjes aan de piano.

Battle de big bands: Hoed af voor Jean-Paul Amouroux om twee big bands samen te brengen op één podium: Zijn profs, de Big Boogie Band (13 muzikanten), en de 18 van Philippe Crestée. Hijzelf op trombone en bandleider, vermomd als Glen Miller met zijn Amerikaanse militairen, allen samen vormen zij één grote swingende band. Er zijn de mekaar afwisselende solo’s en gemeenschappelijke afgesproken stukken. Ze spelen een retrorepertoire dat eindigt met het onvermijdelijke ‘In The Mood’, meesterlijk nieuw leven ingeblazen door deze twee bands.
The Laroq Trio: Is een gelegenheidsband rond Julian Phillips (UK), piano, en in zeer zwakke vorm, Izi Onslow, scherpe stem en geen greintje présence, en een relaxte saxofoon. Er is geen leider. Ik heb al veel beter versies van ‘Oakie Boogie’ en ‘Tennessee Waltz’ gehoord door rockabillybands.
Christophe Davot / François Fournet / Nicolas Pernier: Dit trio van jazz- en bluesgitaristen, met vintage instrumenten, toont vanaf het begin hun onderlinge verstandhouding met een versie van ‘Guitar Boogie’ van Arthur Smith. Overigens is er geen ritmesectie. Zij gaan verder in de stijl van T-Bone Walker die hen duidelijk goed past. Meer hedendaagse dingen zijn eerder zeldzaam.

Mike Sanchez (UK): “Hoe moet ik in dertig minuten al mijn favoriete fifties R&B nummers samenpersen?” We krijgen een verzameling van nummers van Little Willie Littlefield, Fats Domino, Amos Milburn en anderen. Er is ook een hilarische versie van ‘Chantilly Lace’ van de Big Bopper, op de manier van Jerry Lee Lewis. John Lee Hooker en Slim Harpo komen ook aan de beurt. Mike is een expressieve zanger die zich volledig laat gaan op piano. Meer van dat graag!
Sax Gordon Beadle (US): Ofwel de ‘verzengende tornado’. Gordon koppelt het acrobatisch dynamisme van de historische brullende saxen aan het meer funky- en soul-achtige à la Jr. walker, van hun opvolgers. De tenorsaxofonist en zanger opent zijn set met een ‘bang’. Hij wandelt heen en weer over het podium en overziet het allemaal. Hij begint met schorre jazzsolo’s en onderbreekt zijn zang met gutturale riffs in een repertoire dat eerder R&B en Big Jay Mc Neely is. Onze gebruikelijke ritmisten laten zich gaan en Nirek Mokar speelt Little Richard. Het woord triomf is een eufemisme! Doorweekt signeert hij zijn cd’s en jamt hij dan nog tot zes uur ’s morgens. Jean-Paul Amouroux is gewoon verbluft door zijn manier van spelen, zijn raffinement en zijn kracht. Hij werd ontdekt tijdens een boogie optreden in La Hachette in Parijs. Het laatste nummer ‘Shake, Rattle and Roll’ brengt alle deelnemers samen op een vrolijke draaimolen van talent.
The Gospel Ambassadors (US): De religieuze versie van R&B wordt opgeroepen door de zachte harmonische stemmen van dit viertal (leden van de baptistenkerk) uit Baltimore (Maryland). Ze vermijden de clichés van het ‘Oh Happy Days’-genre. Pianiste is Sherry Margolin, zus van Bob Margolin, bekend van bij de Muddy Waters Band. Het is een fijne en gelukkige ontmoeting.

Zoals we eerder hebben onderstreept, zitten in cafés en een gastronomisch restaurant enkele pittige solisten, onder wie de tenorsaxofonist Claude Braud. En ere wie ere toekomt. Onze felicitaties gaan uit naar Jean-Paul Amouroux voor zijn prestaties op en achter het podium, in een duo, of als supplementaire pianist tijdens deze vier dagen, en de voorbereiding van dit festival. De twee organisten en de integratie van twee big bands kregen de unanieme instemming van het talrijke publiek met een gemiddelde van 1200 man per avond. Tot volgend jaar

André Hobus
(vertaling: Jean Bervoets)


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... In nummer 106 van ons blad (juni 2018) brengen we trouwens een uitgebreid interview met Chris Cain. Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
      foto's:
      © André Hobus

      _____________________