Moulin Blues
Stenenbrug, Ospel (NL) - 6 en 7 mei 2022

De 35ste editie van Nederlands belangrijkste bluesfestival stond al voor de derde keer gepland. Als u niet weet hoe dat komt, dan heten we u van harte welkom op aarde. De line-up van Moulin Blues 2022 was voor een zeer aanzienlijk deel dezelfde die twee jaar geleden was voorzien. Maar er waren ook enkele belangrijke verschillen. Zo verhuisde het festival pakweg een kilometer zuidwaarts, maar vanwege de indeling en attributen van het publieksgedeelte voelde het nieuwe terrein zeer vertrouwd aan. Wat ons ook enorm is opgevallen, meegevallen zelfs, is het feit dat er op Moulin Blues voor het eerst in de geschiedenis – toch voor wat betreft de edities die wij hebben meegemaakt – bier werd getapt. Geen Leeuw Pils meer! En dan was er nog een verschil met alle voorgaande edities, maar dat is een droevige noot waar we straks nog op terugkomen. Eerst willen we van wal steken met hoe het ons deze keer muzikaal verging...

Vindt u het okay als we het festival in dit verslagje niet chronologisch afdraaien? En kunt u er ook mee leven dat we niet bij elke band kwistig gaan strooien met songtitels en allerlei steriele data en weetjes die we speciaal zouden moeten opzoeken om dit artikel meer pseudo-gewicht te geven? Het gaat in hoofdzaak toch over de impressie die Moulin Blues 2022 op ons, als bluesliefhebber, heeft gemaakt, niet? Wél zullen we voor de volledigheid bij elke bandnaam een 'H' zetten als het een concert op het hoofdpodium betreft en een 'C' wanneer die band speelde in het Moulin Blues Café, zeg maar de kleine tent. Bent u mee?

Vrijdag

Laat ons het eerst hebben over enkele acts waar we echt van hebben genoten. Daar hoort absoluut de Brits-Jamaïcaanse zanger-harmonicaspeler Errol Linton (H) bij. Wij vinden dat de man op harmonica een enorme progressie heeft gemaakt. Zijn spel is vol, dragend en matuur. Er zijn er niet veel die een nummer als 'Hoodoo Man Blues' van Junior Wells overtuigend neerzetten, maar Linton kan dat. En ook in de richting van Mississippi klonk hij authentiek. In 'Shake 'Em All Down' van Bukka White bijvoorbeeld. Met hier en daar een toefje reggae eerde hij zijn familiale komaf en de manier waarop hij dit met de blues legeerde, voelde heel natuurlijk aan. Naarmate deze set vorderde, steeg ook gitarist Richey Green in onze achting. Waar hij zijn bijdrage aanvankelijk beperkte tot het trekken van gekke bekken, bleek er in hem toch een ingetogen en gevoelige instrumentalist te schuilen. Dat toonde hij vooral in 'Walking By Myself'.

Een ander hoogtepunt op deze eerste festivaldag was voor ons het optreden van Gumbo Kings (C). Er zijn tegenwoordig zoveel zogenaamde bluesbands die in een poging om vernieuwend te zijn of tijdens een zoektocht naar een eigen sound in drijfzand terechtkomen, te ver weg van de blues. Wat deze jongens uit Haarlem (NL) met de blues doen, is pas écht origineel. Vaak spelen orgel en bas unisono de krachtlijnen van de nummers (zouden ze naar Mr. Sipp hebben geluisterd?) en ondanks aanstekelijke ritmes met spitsvondige patronen en tempowissels, verloren wij als bluesfan onze pedalen niet. Boy Vielvoye – die we nog kennen van Sugar Boy & The Sinners – is een prima harmonicaspeler maar het was vooral bassist Jonne Venmans die ons hart veroverde. Deze goedlachse kerel leek zo weggelopen uit een pakhuis van een Britse vissershaven. We bedoelen daar uiteraard niets verkeerd mee, het is maar om u zijn visuele ruige authenticiteit ietwat te schetsen. Bassen kan hij als geen ander. Hij speelde met het grootste gemak, ook al waren zijn baslijnen vaak geen kattenpis. Achteraf beschouwd, was hij voor ons één van de meest opvallende bassisten van het hele festival. Ook de Scandinavische Kokomo Kings (H) gaven ons 'good vibes', ook al misten we gitarist Ronni Boysen in hun gelederen. In korte, krachtige nummers hoorden we vaak Chuck Berry en zelfs The Beach Boys voorbijkomen (natuurlijk is het geen toeval dat we die twee in één adem vernoemen) en niet zelden haalde deze band de knijptube met rockabillysaus boven. Dit was pretentieloos amusement. Een weldoordachte en diepgravende songtitel als 'Jump Like A Chicken' zegt genoeg...

Ietwat in hetzelfde straatje zaten Lindsay Beaver & Brad Stivers (C) die in twee sets het publiek in de kleine tent uit hun hand lieten eten. Lindsay komt uit Canada maar woont al geruime tijd in Austin, TX, de habitat van haar echtgenoot Brad. Het koppel kreeg hier ruggensteun van de Nederlandse muzikanten Thomas Toussaint (harmonica), Timo Gijezen (bas) en drummer Sjaak Korsten in de nummers waarin zingende drumster Lindsay gitaar speelde. Energie was hier de rode draad en dit gold ook, en misschien nog meer, voor de Belgische Boogie Beasts (H) die last minute waren opgetrommeld om de wegens ziekte afwezige Rick Estrin & The Nightcats te vervangen. Het kostte hen niet veel moeite om met hun opzwepende, repetitieve en suggestieve blues het publiek na middernacht klaarwakker en springlevend te houden. Nochtans was het al acht uren en evenveel bands geleden dat de Nederlandse Dynamite Blues Band (H) datzelfde publiek met westkustblues op speed het zand uit de ogen had geblazen.

Vooraleer we schakelen naar de iets mindere goden van deze eerste festivaldag, vermelden we nog twee verdienstelijke acts. Het Nederlandse Ticket West (C) bracht standaardblues met degelijk gitaarwerk en het was een plezier om te zien hoe zanger-gitarist Pascal Wilhelm zich met een onbeschrijfelijke intensiteit in de songs inleefde. Bij deze act was de inbreng van de volleerde toetsenist Roel Spanjers trouwens een niet te miskennen meerwaarde. En dan was er ook nog de Brit Laurence Jones (H) wiens verschroeiende bluesrock niet meteen ons ding is, maar wel kwaliteit waarvoor een groot deel van het publiek zeer enthousiast was.

Ronduit ontgoochelend was het optreden van Trainman Blues (C), het collectief van de Ierse zanger-gitarist Richard Farrell en de Deense bassist Laust Nielsen. Toegegeven, Farrell heeft een goede stem (hij doet ons bijwijlen aan Studebaker John denken) maar soms dreven de 'bluesachtige' liedjes op slechts één akkoord waaraan allerlei 'geluiden' werden toegevoegd die uit een computer kwamen in plaats van uit een instrument. Het kakofoniegehalte bereikte een hoogtepunt op het moment waarop bleek dat de twee gitaristen niet eens in dezelfde toonaard speelden. Ook de Britse retrosoulman James Hunter (H) was hier niet de beste versie van zichzelf. Zijn concert had zwaar te lijden onder een zwakke geluidsmix maar los daarvan maakte hij een nogal ongeïnspireerde indruk. Een beetje nukkig en zenuwachtig zelfs. Wij vinden dat de man prachtige muziek maakt, het zeemzoete 'Carina' op kop, maar vandaag kwam hij niet echt uit de verf...

Zaterdag

Het meest emotionele moment op Moulin Blues 2022 kwam er in de namiddag van de tweede festivaldag, net voor aanvang van wat het muzikale hoogtepunt van het hele festival zou worden. Alle bestuursleden van Stichting Rhythm & Blues Ospel, de vereniging achter dit festival, kwamen het podium op en Harald Moonen nam het woord. Hij verwees naar een moeilijke periode waarin enkele vrijwilligers van Moulin Blues waren overleden. Speciale aandacht was er voor Fons Daamen, medeoprichter, secretaris en gewezen programmator van het festival. Fons overleed begin maart onverwacht na een korte ziekte. Voor velen was hij het gezicht en de drijvende kracht van het festival. Harald vroeg niet om een minuut stilte maar om een daverend applaus voor Fons. De emotionele verbondenheid tussen de vrienden van Fons op het podium en de vrienden van Fons in het publiek was het meest indringende moment van dit weekend.

Verdriet en vreugde liggen soms dicht bij elkaar. En ook hier, want onmiddellijk na het eerbetoon aan Fons tekende de Canadese band Bywater Call (H) voor het muzikale hoogtepunt van deze editie. Ze brengen een crossover van blues, soul, funk, gospel en New Orleans. Voor de lezers van ons tijdschrift zijn ze geen onbekenden, want zangeres Meghan Parnell stond op de cover van BTTR 113 (mei 2020) waarin we de band interviewgewijs uitgebreid hebben voorgesteld. Bywater Call is een heel complete band, met toetsen en blazers, maar het is vooral gitarist Dave Barnes die zich hier op slide in de kijker speelde. Velen maakten de vergelijking met Derek Trucks. En toeval of niet, maar Meghans stem zit ietwat in hetzelfde register als die van Susan Tedeschi, al heeft Meghan nog meer subtiliteit en stemcontrole. Naar onze bescheiden mening is ze de beste hedendaagse zangeres in de blues- en 'roots'-scene. En nog een andere band met soulinvloeden zorgde voor een ware verademing, namelijk The Lowland Brothers (C), het nieuwe project van de Franse zanger-gitarist Nico Duportal. “Wij zijn hier om jullie wat liefde, geluk en plezier te brengen”, zei hij bij aanvang van de set. En hij hield woord. De knappe songs met heel veel variatie – zelfs hier en daar een jazzy akkoord – en harmonieuze meerstemmigheid gingen erin als zoetekoek. Knap! Heel knap!

Ook wie het meer van traditionelere blues moet hebben, kwam vandaag toch met een zestal bands aan zijn trekken. De meest pure blues kregen we op het einde van de avond met Grammy-winnaar Cedric Burnside (C). Robert Lee's kleinzoon zagen we hier vroeger nog als drummer maar tegenwoordig bedient hij zich van de gitaar en zijn beklijvende stem om de Mississippi Hill Countryblues vorm te geven. Van die typische stijl is Cedric een rasechte ambassadeur geworden. Eerst alleen en na enkele nummers in gezelschap van een drummer vertolkte hij met een niet geringe fierheid o.a. de nummers van 'I Be Tryin'' (beste traditionele bluesalbum, Grammy's 2022). Cedric slaagde erin om de jukejointsfeer van Mississippi naar Nederland te brengen en dat op zich is al heel bijzonder. Ook Richard Van Bergen kwam met zijn Richville (C) in de buurt van Mississippi in songs als 'Come On Home' en 'Set Me Free', maar net zo goed in de buurt van New Orleans en nog veel andere brandhaarden van het genre. Samen met drummer Jody Van Ooien beperkte hij zich tot de essentie van zang en muziek met toch een mooie, volle sound.

De typische blanke Texas-gitaarbluesstijl kwam uitgebreid aan bod met de Texas Blues Guitar Summit (H), bestaande uit Mike Morgan, Anson Funderburgh en Shawn Pittman. Een mooi collectief voorwaar! Mike bracht een schitterende versie van 'Sugar Coated Love' (Lazy Lester) en ook 'That's What Love Will Make You Do' klonk verfrissend. Alle drie de gitaristen bespeelden een Fender Stratocaster en toch hadden ze elk hun eigen klankkleur. Mike legde in alle songs een goede 'fond' wat hem steeds prominent aanwezig maakte. Anson koos voor bezadigde trefzekerheid in al zijn virtuositeit en Shawn mat zich het imago van de 'guitar slinger' aan (en blonk uit in de song 'That's The Thing'). Het kwam ons voor dat de meeste nummers uit het repertoire van Mike Morgan kwamen, wellicht ter promotie van zijn nieuwe album. Daarbij dwaalden onze gedachten af naar Lee McBee, Morgans vocale kompaan van weleer. De beste zangeres hadden we deze middag al gezien en gehoord, maar in dit gezelschap misten we de beste zanger. Bij de mannelijke vocalisten ging de hoofdprijs vandaag naar Jeff Taylor van The Altered Five Blues Band (H), een kwintet uit Milwaukee dat stevige standaardblues bracht. In de hoofdzakelijk zelfgeschreven nummers namen ze het publiek mee in allerlei verhalen die gitarist Jeff Schroedl zeer verdienstelijk mee hielp inkleuren.

GA-20 (H), opgericht in 2018 door zanger-gitarist Pat Faherty en gitarist Matt Stubbs (bekend van bij Charlie Musselwhite), benaderde oude thema's op een vernieuwende manier. Ze hebben hun band vernoemd naar een versterker die Gibson produceerde van 1950 tot 1961 en deze periode zou ook muzikaal inspiratief zijn geweest voor de band uit Boston. Maar ook Hound Dog Taylor was een voorbeeld. Op Alligator Records hebben ze onlangs een tribuutplaat voor Taylor uitgebracht en het kon niet anders of enkele nummers eruit kwamen hier voorbij. Beeld u zich Hound Dog Taylor in, maar dan gespeeld op een sneller tempo en met veel meer volume en distortie. Zo ongeveer klonk GA-20. En de laatste band die eerder in een traditionelere bluesstijl zat, waren onze Belgische Travellin' Blue Kings (H) die op het vroege middaguur de feestelijkheden aan de gang mochten zwengelen. Jimmy Hontelé toonde zich een klassegitarist, JB Biesmans een ervaren frontman en toetsenman Patrick Cuyvers de vertrouwde steunpilaar. Ergens deed hun sound en aanpak ons ietwat aan Blue Blot denken, al klinken ze iets steviger.

Een eervolle vermelding gaat nog uit naar de piepjonge (hij is 29) Canadese landbouwer Jeremie Albino (C). We hadden met hem te doen, wanneer bij aanvang van zijn set slechts een handvol toeschouwers de kleine tent binnendruppelde. Op het hoofdpodium walste immers op dat moment GA-20 alles en iedereen plat. Jeremie bracht als one-man-band (zang, gitaar, harmonica en drums) een soort bluesy-folk-singer/songwriter-stijl. Hij zong heel gevoelig en veel van zijn teksten leken wel poëzie.

Jammer genoeg kwamen enkele bands bij ons niet echt binnen. Misschien komt het woord 'overbodig' hier wat misprijzend of neerbuigend over, en zo bedoelen we het ook niet echt, maar voorlopig vinden we geen beter geschikte term. Let wel, deze mening is persoonlijk, want bij Birdmens (H) ging het publiek wel volledig uit zijn dak. Het zou niet correct zijn indien we dit er niet bij zouden schrijven. Maar eerlijk is eerlijk, wij hebben ons afgevraagd waarom een puike bluesman als Ian Siegal in een project is gestapt waarin hij slechts een klein schakeltje is van een geheel dat in onze oren klinkt als teveel voor een dozijn. Ook de bluesfolkrock van The Achievers (C) kon ons stilistisch niet echt raken en op PM Warson (C) zijn we afgeknapt vanwege een gebrek aan maturiteit in zijn stem en zang. Voor het publiek bracht de southern rockband Robert Jon & The Wreck (H) een succesverhaal – dit genre doet het nu eenmaal zeer goed in Nederland – maar als wij dit muziekgenre willen horen, of toch de basis ervan, dan grijpen we steeds weer terug naar Lynyrd Skynyrd (in de oude versie met Ronnie). En het moet ons toch even van het hart, maar de geluidsmix kwakte ons bij dit optreden simpelweg tegen een muur van lawaai. Elke nuance ontbrak...

We hadden het u bij het begin al gezegd, we zouden het programma in dit verslagje niet chronologisch aframmelen. Maar Nikki Hill (H) valt hier wel op haar plaats want de zangeres uit North Carolina was ook de allerlaatste act van Moulin Blues 2022. Zo'n brokje dynamiet aan het einde van deze muzikale marathon zorgde voor de laatste wilde opflakkeringen in het publiek. Naast echtgenoot Matt (gitaar) had Nikki ook de fenomenale gitariste Laura Chavez in de band en dat was wel een meerwaarde. Nu hebben we Nikki al verschillende keren aan het werk gezien en we konden ons niet van de indruk ontdoen dat ze is geëvolueerd naar een iets ruigere versie van zichzelf. Het is alsof dat subtiele tikkeltje 'retro' plaats heeft moeten ruimen voor de gedachte dat ze haar reputatie van 'queen of rock 'n' roll' grimmig moet bewijzen. Maar in elk geval zorgde Nikki wel voor de spreekwoordelijke klap op de vuurpijl aan het einde van een rijk gevulde, diverse maar uitputtende tweedaagse.

Tot slot nog enkele bedenkingen in de marge. Drie duimen in de hoogte en eentje omlaag. Zo waren we heel blij met de sfeervolle stand van Brouwerij Haacht die enkele kwalitatieve Belgische streekbiertjes aanbood en met een foodtruck die een mooi assortiment van heel lekkere broodjes aanbood als tegengewicht voor het klassieke fastfood in de eettent. Een dikke pluim gaat ook naar de vlekkeloze organisatie en het onwrikbare respect voor het tijdsschema, wat voor zo’n marathonfestival geen sinecure is. De duim naar omlaag gaat naar de geluidsmensen in de grote tent. Die verstonden niet de kunst om een goed uitgebalanceerde sound neer te zetten. Nuance, diepte en warmte ontbraken soms. Er was enkel heel veel volume in hoge en middentonen, een monsterachtig luide transistorradio in een blikken doos, zeg maar. De ondersteunende rijkdom van basgitaren en de complexiteit van diepte in de stemmen gingen vaak verloren. En dat is jammer. Het geluid in de kleine tent daarentegen was prima! Misschien kan het een denkoefening zijn om per dag enkele bands minder te programmeren en die uitgespaarde centen te investeren in geluidsmensen die beter met evenementen van dergelijke omvang overweg kunnen. Maar zoals gezegd… deze duimen bewegen omhoog en omlaag in de marge want Moulin Blues 2022 was bovenal weer een gevarieerd festival waar het aangenaam vertoeven was!

Franky Bruneel



reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
      foto's:
      ©
Franky Bruneel