|
||
|
De van oorsprong uit New Heaven, Connecticut afkomstige maar sinds mensenheugenis in de San Francisco Bay residerende zanger-harmonicaspeler Mark Hummel boert goed de dag van vandaag. Uiteraard willen we hiermee niet zeggen dat hij een carrièreswitch heeft gemaakt en landbouwer is geworden, en evenmin dat we hem na zijn flesje met zijn buikje naar beneden over onze knie zachte klopjes op zijn ruggetje hebben gegeven. 'Hij boert goed'; zo zeggen we dat in West-Vlaanderen wanneer we bedoelen dat iemands zaken goed draaien, dat iemands loopbaan in een succesvolle fase zit en/of wanneer iemands populariteit piekt. Voor een uitgebreide kennismaking met Hummel verwijzen we jou naar ons interview in nummer 118 van ons tijdschrift (december 2021). Vorig jaar zagen we hem nog triomferen op Swing Blues in Wespelaar. We hebben toen erg genoten van Marks concert waarbij het Finse Tomi Leino Trio hem begeleidde. Geen seconde hebben we getwijfeld toen we vernamen dat Hummel zou optreden in de Banana Peel, op anderhalve boogscheut en zeven steenworpen van bij ons vandaan en deze keer in het gezelschap van een fenomenale all-star-band, gitaartovenaar Anson Funderburgh incluis. Mark Hummel
kwam zijn kersverse en steengoede cd 'True
Believer' promoten (zie recensie in BTTR
128) en uit die studiobezetting heeft hij
drummer Wes Starr meegebracht. Starr is
bekend van bij o.a. Omar & The
Howlers, Marcia Ball en God en heel de
wereld in de club Antone's in Austin, TX.
In die Texas-scene leerde Starr gitarist
Anson Funderburgh kennen. De twee werden
elkaars beste maatje en hebben een intense
samenwerking. Het was voor ons ook een
prettig weerzien met bassist Bill Stuve.
We hebben in het verleden vaak met hem
samengewerkt sinds we vanaf 1997 het
Europese tourmanagement hebben verzorgd
voor Rod Piazza & The Mighty Flyers,
de band waarbij Stuve dertig jaar heeft
vertoefd en waarmee hij nog steeds wordt
vereenzelvigd. Mark was met zijn 68 lentes
de snotneus van het gezelschap. Bill Stuve
is 73, Anson werd enkele dagen geleden 70
en ook Wes Starr vierde recent zijn 70ste
verjaardag. De ouderdomsdeken van de band
was de Britse pianist Bob Hall (bekend van
o.a. Savoy Brown en The Blues Band). Hij
is er 82. De lijst Amerikaanse authentieke
bluesgrootheden waarmee al deze veteranen
in hun rijkgevulde carrières hebben
samengespeeld is onmetelijk lang. We gaan
jou daarmee hier niet lastigvallen. We
proppen in een concertverslagje het saaie
biografische geneuzel liever in een
pistachedop. Kom je informatief iets
tekort, vraag het dan maar even aan
vriendje Google. Die weet alles. Na een
instrumentale shuffle pakte Mark Hummel
meteen zijn humoristische zelf uit. Wie
ons interview heeft gelezen en/of hem
volgt op sociale media weet dat hij een
heel erudiet persoon is met een diepe
kennis van en een eigen kijk op de blues.
Dat is de serieuze Mark. Maar er is ook
Mark de lolbroek. Hij post regelmatig – en
dat is bijna dagelijks – de grappigste
cartoons en memes die op het wijde web te
vinden zijn en de manier waarop hij die
van anderen becommentarieert, is vaak
hilarisch. Mark de lolbroek vind je ook
vaak terug in zijn songteksten. Hier
bracht hij 'Gosted' (van de nieuwe cd),
een grappig nummer over wat het met een
mens doet wanneer telefoontjes, mails of
whatsappjes worden genegeerd. Naast de fun
was er ook de bovenstebeste muzikaliteit
in deze westcoast-shuffle. Fantastisch was
het, hoe pianist Bob Hall en bassist Bill
Stuve unisono gingen. Bill was ook de ster
in Peter Greens 'Stop Messin' Around'. Wat
een mooie volle dragende klank geeft hij
zijn schijnbaar eenvoudige baslijnen op
die heel origineel ogende fretloze
basgitaar! Met onze aandacht op Bill
gingen onze gedachten weer naar Rod Piazza
en quasi onvermijdelijk gingen we
vergelijken. En eigenlijk komt Mark Hummel
zonder al te veel kleerscheuren uit die
vergelijking. Hij is een prima bandleider
en een meer dan behendige harmonicaspeler. Dit was een
concert van een topniveau. De tijd vloog
voorbij en elke muzikant trok onze
aandacht meermaals met meesterlijke
interventies. In een Little Walter-nummer
(Hummel is zwaar fan) excelleerde
bijvoorbeeld de ritmesectie. Op de foto's
zie je trouwens op welke
niet-conventionele manier Wes Star de
drumstokken vasthoudt tussen zijn wijs- en
fuck-you-vingertje. Wat zeg je? Dat we nog
niets over Anson Funderburgh hebben
gezegd? Wel, die was subliem over de hele
lijn, de hele avond, nummer na nummer. We
zouden bijvoorbeeld kunnen aanhalen hoe
scherp op de snee hij soleerde in 'Double
Trouble' van Otis Rush, en daarbij
zichzelf bleef: bescheiden en wars van
allures en grandeur. Deze minzame man met
een gewone Fender Stratocaster en zonder
ook maar één effectenpedaaltje speelt
verdorie veel gitaristen naar huis hoor.
Heel veel. Neem dat maar van ons aan. En
de goeie ouwe Bob Hall? Nou, die hield
zich kranig en bewaarde zijn meest
krachtige vertoon van de eerste set voor
het einde in het uptempo 'Blues Stop
Knocking At My Door' van Lazy Lester.
Enfin, wij kennen dat nummer het best in
de versie van Lazy Lester maar eigenlijk
is het geschreven door Jay 'J.D.' Miller
van Excello Records en oorspronkelijk in
de fifties opgenomen door Al Ferrier.
Voilà, juist is juist! De tweede set
was zo mogelijk nog krachtiger dan de
eerste. De unisono tussen gitaar en
harmonica in Little Walters 'One Of These
Mornings' stak het vuur behoorlijk aan de
lont. Na een vrij explosief gedeelte
speelde Anson een perfect spelletje
'tension and relief'. Muisstil werd het,
toen hij met de volumeknop op slechts een
halfje soleerde om daarna zijn gitaarspel,
zijn medemuzikanten én zijn publiek naar
een absolute climax te drijven. Dát kunnen
enkel de allergrootsten. Respect! Ook
plezant was dat bassist Bill Stuve een
nummer mocht zingen, net zoals hij dat
vroeger ook bij The Mighty Flyers deed.
Hij koos voor Otis Spanns 'It Must Have
Been The Devil' en dat was best wel
bijzonder. Hier stonden dus allemaal
muzikanten uit de westkustregio en Texas
op het podium maar dit nummer klonk echt
wel Chicago. We weten het, de
taalpuriteinen zullen er ons misschien op
afrekenen. We zouden moeten schrijven dat
dit nummer echt wel 'als Chicagoblues'
klonk maar daar vegen we onze zak aan. Wie
iets van blues af weet, begrijpt ons vast
wel en het klinkt veel krachtiger als we
kortweg schrijven dat het Chicago klonk.
We kunnen nog wel een tijdje blijven
doorgaan met het opsommen van
hoogtepunten, maar op de duur kan dit ook
beginnen vervelen, niet? Wel vermelden we
nog even lolbroek Mark want in 'Mr.
Two/Thirds' heeft hij het over het soort
klootjesvolk dat vlak voor jouw neus de
parkeerplek steelt waarvoor jouw
clignateurs al stonden te pinken. Zo
iemand is voor één derde dwaas en voor
twee derden asshole, zong Mark en wellicht
moeten we niet veel moeite doen om jou te
laten geloven dat het publiek het woord
'asshole' telkens uit volle borst mee
scandeerde. Om kwart voor elf
kregen we een laatste streepje Little
Walter met 'We Got To Go' (dat klonk als
'West Coast meets Chicago') en daarna nog
een uitsmijter waarin Anson voor het eerst
vanavond slide speelde. Wie dacht dat hij
alles al uit de kast had gehaald, was er
aan voor de moeite. Niemand had dit Muddy
Waters-gevoel verwacht en het was dan ook
een mooie afsluiter van een prachtige
avond.
Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Franky Bruneel
|