Mark Hummel feat. Anson Funderburgh
Banana Peel, Ruiselede - 18 november 2024

De van oorsprong uit New Heaven, Connecticut afkomstige maar sinds mensenheugenis in de San Francisco Bay residerende zanger-harmonicaspeler Mark Hummel boert goed de dag van vandaag. Uiteraard willen we hiermee niet zeggen dat hij een carrièreswitch heeft gemaakt en landbouwer is geworden, en evenmin dat we hem na zijn flesje met zijn buikje naar beneden over onze knie zachte klopjes op zijn ruggetje hebben gegeven. 'Hij boert goed'; zo zeggen we dat in West-Vlaanderen wanneer we bedoelen dat iemands zaken goed draaien, dat iemands loopbaan in een succesvolle fase zit en/of wanneer iemands populariteit piekt. Voor een uitgebreide kennismaking met Hummel verwijzen we jou naar ons interview in nummer 118 van ons tijdschrift (december 2021). Vorig jaar zagen we hem nog triomferen op Swing Blues in Wespelaar. We hebben toen erg genoten van Marks concert waarbij het Finse Tomi Leino Trio hem begeleidde. Geen seconde hebben we getwijfeld toen we vernamen dat Hummel zou optreden in de Banana Peel, op anderhalve boogscheut en zeven steenworpen van bij ons vandaan en deze keer in het gezelschap van een fenomenale all-star-band, gitaartovenaar Anson Funderburgh incluis.

Mark Hummel kwam zijn kersverse en steengoede cd 'True Believer' promoten (zie recensie in BTTR 128) en uit die studiobezetting heeft hij drummer Wes Starr meegebracht. Starr is bekend van bij o.a. Omar & The Howlers, Marcia Ball en God en heel de wereld in de club Antone's in Austin, TX. In die Texas-scene leerde Starr gitarist Anson Funderburgh kennen. De twee werden elkaars beste maatje en hebben een intense samenwerking. Het was voor ons ook een prettig weerzien met bassist Bill Stuve. We hebben in het verleden vaak met hem samengewerkt sinds we vanaf 1997 het Europese tourmanagement hebben verzorgd voor Rod Piazza & The Mighty Flyers, de band waarbij Stuve dertig jaar heeft vertoefd en waarmee hij nog steeds wordt vereenzelvigd. Mark was met zijn 68 lentes de snotneus van het gezelschap. Bill Stuve is 73, Anson werd enkele dagen geleden 70 en ook Wes Starr vierde recent zijn 70ste verjaardag. De ouderdomsdeken van de band was de Britse pianist Bob Hall (bekend van o.a. Savoy Brown en The Blues Band). Hij is er 82. De lijst Amerikaanse authentieke bluesgrootheden waarmee al deze veteranen in hun rijkgevulde carrières hebben samengespeeld is onmetelijk lang. We gaan jou daarmee hier niet lastigvallen. We proppen in een concertverslagje het saaie biografische geneuzel liever in een pistachedop. Kom je informatief iets tekort, vraag het dan maar even aan vriendje Google. Die weet alles.

Na een instrumentale shuffle pakte Mark Hummel meteen zijn humoristische zelf uit. Wie ons interview heeft gelezen en/of hem volgt op sociale media weet dat hij een heel erudiet persoon is met een diepe kennis van en een eigen kijk op de blues. Dat is de serieuze Mark. Maar er is ook Mark de lolbroek. Hij post regelmatig – en dat is bijna dagelijks – de grappigste cartoons en memes die op het wijde web te vinden zijn en de manier waarop hij die van anderen becommentarieert, is vaak hilarisch. Mark de lolbroek vind je ook vaak terug in zijn songteksten. Hier bracht hij 'Gosted' (van de nieuwe cd), een grappig nummer over wat het met een mens doet wanneer telefoontjes, mails of whatsappjes worden genegeerd. Naast de fun was er ook de bovenstebeste muzikaliteit in deze westcoast-shuffle. Fantastisch was het, hoe pianist Bob Hall en bassist Bill Stuve unisono gingen. Bill was ook de ster in Peter Greens 'Stop Messin' Around'. Wat een mooie volle dragende klank geeft hij zijn schijnbaar eenvoudige baslijnen op die heel origineel ogende fretloze basgitaar! Met onze aandacht op Bill gingen onze gedachten weer naar Rod Piazza en quasi onvermijdelijk gingen we vergelijken. En eigenlijk komt Mark Hummel zonder al te veel kleerscheuren uit die vergelijking. Hij is een prima bandleider en een meer dan behendige harmonicaspeler.

Dit was een concert van een topniveau. De tijd vloog voorbij en elke muzikant trok onze aandacht meermaals met meesterlijke interventies. In een Little Walter-nummer (Hummel is zwaar fan) excelleerde bijvoorbeeld de ritmesectie. Op de foto's zie je trouwens op welke niet-conventionele manier Wes Star de drumstokken vasthoudt tussen zijn wijs- en fuck-you-vingertje. Wat zeg je? Dat we nog niets over Anson Funderburgh hebben gezegd? Wel, die was subliem over de hele lijn, de hele avond, nummer na nummer. We zouden bijvoorbeeld kunnen aanhalen hoe scherp op de snee hij soleerde in 'Double Trouble' van Otis Rush, en daarbij zichzelf bleef: bescheiden en wars van allures en grandeur. Deze minzame man met een gewone Fender Stratocaster en zonder ook maar één effectenpedaaltje speelt verdorie veel gitaristen naar huis hoor. Heel veel. Neem dat maar van ons aan. En de goeie ouwe Bob Hall? Nou, die hield zich kranig en bewaarde zijn meest krachtige vertoon van de eerste set voor het einde in het uptempo 'Blues Stop Knocking At My Door' van Lazy Lester. Enfin, wij kennen dat nummer het best in de versie van Lazy Lester maar eigenlijk is het geschreven door Jay 'J.D.' Miller van Excello Records en oorspronkelijk in de fifties opgenomen door Al Ferrier. Voilà, juist is juist!

De tweede set was zo mogelijk nog krachtiger dan de eerste. De unisono tussen gitaar en harmonica in Little Walters 'One Of These Mornings' stak het vuur behoorlijk aan de lont. Na een vrij explosief gedeelte speelde Anson een perfect spelletje 'tension and relief'. Muisstil werd het, toen hij met de volumeknop op slechts een halfje soleerde om daarna zijn gitaarspel, zijn medemuzikanten én zijn publiek naar een absolute climax te drijven. Dát kunnen enkel de allergrootsten. Respect! Ook plezant was dat bassist Bill Stuve een nummer mocht zingen, net zoals hij dat vroeger ook bij The Mighty Flyers deed. Hij koos voor Otis Spanns 'It Must Have Been The Devil' en dat was best wel bijzonder. Hier stonden dus allemaal muzikanten uit de westkustregio en Texas op het podium maar dit nummer klonk echt wel Chicago. We weten het, de taalpuriteinen zullen er ons misschien op afrekenen. We zouden moeten schrijven dat dit nummer echt wel 'als Chicagoblues' klonk maar daar vegen we onze zak aan. Wie iets van blues af weet, begrijpt ons vast wel en het klinkt veel krachtiger als we kortweg schrijven dat het Chicago klonk. We kunnen nog wel een tijdje blijven doorgaan met het opsommen van hoogtepunten, maar op de duur kan dit ook beginnen vervelen, niet? Wel vermelden we nog even lolbroek Mark want in 'Mr. Two/Thirds' heeft hij het over het soort klootjesvolk dat vlak voor jouw neus de parkeerplek steelt waarvoor jouw clignateurs al stonden te pinken. Zo iemand is voor één derde dwaas en voor twee derden asshole, zong Mark en wellicht moeten we niet veel moeite doen om jou te laten geloven dat het publiek het woord 'asshole' telkens uit volle borst mee scandeerde.

Om kwart voor elf kregen we een laatste streepje Little Walter met 'We Got To Go' (dat klonk als 'West Coast meets Chicago') en daarna nog een uitsmijter waarin Anson voor het eerst vanavond slide speelde. Wie dacht dat hij alles al uit de kast had gehaald, was er aan voor de moeite. Niemand had dit Muddy Waters-gevoel verwacht en het was dan ook een mooie afsluiter van een prachtige avond.

Franky Bruneel



reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      © Franky Bruneel