(Ge)Varenwinkelfestival
Festivalweide, Herselt - 23 en 24 augustus 2024

Reeds voor de 26ste keer organiseren onze Varenwinkelvrienden hun muziekfestival ten voordele van een goed doel. Dit jaar is dat VZW Feestvarken, een organisatie die zich inzet om kinderen in armoede een fijne verjaardag te bezorgen. Aankondigingen, spandoeken en t-shirts van het festival vermelden steeds 'Blues & Roots'. Blues... dat is duidelijk. Dat kennen we. Wat roots of rootsmuziek betreft, willen we het nog maar eens gezegd hebben dat dit geen muziekgenre op zich is, maar een term die slimme marketeers hebben bedacht als verzamelnaam voor genres die sterk verbonden zijn met culturele en muzikale tradities van een bepaalde regio of gemeenschap. Het is muziek die voortkomt uit volksmuziek of traditionele stijlen die generaties lang zijn doorgegeven. Voorbeelden van rootsmuziek zijn: blues, country, folk, gospel, bluegrass of reggae en uiteraard de evolutie en mengvormen ervan. Omdat veel van deze muziekgenres – de meeste eigenlijk – hun oorsprong in de VS hadden, noemt men rootsmuziek ook weleens americana. (Ge)Varenwinkel profileert zich dus niet als een bluesfestival pur sang. Dat begrijpen we en daarom schakelen we naar de stand 'open-minded' en stoppen we nog wat extra ruimdenkendheid en flexibiliteit in onze koelbox.

De volledigheid gebiedt ons te melden dat het festival is gestart op donderdag 22 augustus met een aantal coverbands. Naar verluidt bracht die openingsavond ruim 2.000 mensen op de been en tierde de tapkraan welig. Als dat bijdraagt om daarna twee avonden 'blues en roots' mogelijk te maken, dan hebben wij daar niet het minste probleem mee, integendeel. Maar we beperken onze verslaggeving tot de twee dagen die ons net dat tikkeltje rechtstreekser aanbelangen.

vrijdag 23 augustus

Om 19.00 u. stipt kondigt Dokter Blues in zijn inmiddels welbekende en volstrekt eigen stijl de eerste band op het hoofdpodium aan. Dat zijn de winnaars van de Belgian Blues Challenge 2023. Thomas Frank Hopper heeft duidelijk veel fans naar Varenwinkel gelokt. Er passeren nogal wat songs uit het meest recente album 'Paradize City' de revue maar we stellen vast dat de immer sympathieke Thomas in zijn uitvoeringen steeds verder van de blues afdwaalt en steeds meer naar bezwerende punkrock gaat neigen. Op de European Blues Challenge heeft hij de finale bereikt en zelfs een zeer goede beurt gemaakt, maar voor de International Blues Challenge in Memphis (januari 2025) willen we hem toch de raad geven om zich van zijn meest bluesy kant te laten zien. Hier speelt het uiteraard geen enkele rol. Hopper amuseert zich en zijn fans duidelijk ook.

Voor het eerste optreden in de kleine(re) 'rootstent' maakt Matt Schofield zijn opwachting. Deze 47-jarige Britse zanger-gitarist – meer gitarist dan zanger vinden wij persoonlijk – is voor veel collega's een referentie. Hij staat bekend voor zijn klank en technische vaardigheden in een mix van blues, jazz en funk. "Lap", horen we je al denken. "Het zal toch weer niet van 't zelfde zijn als dat steriele geneuzel van Robben Ford vorige week?" We kunnen je geruststellen. Schofield houdt het organisch en zet in een aantal nummers een lekker vette bluesklank op New Orleans- en zelfs countryritmes. Het Nederlandse KRC – wat staat voor King's Rhythm Crew en dit zijn muzikanten uit de band King Of The World – begeleidt voortreffelijk. Bassist Ruud Weber is onverstoorbaar in zijn geconcentreerde cool en draagt het geheel voortreffelijk. Toetsenman Govert van der Kolm onderscheidt probleemloos de gaten die hij mag vullen van die waar hij van moet afblijven en drummer Marlon Pichel houdt alles stevig in het gareel en volgt kameleongewijs heel vlotjes de ritmische capriolen die Matt uit zijn ivoren Stratocaster tovert. Knap!

De Brits-Italiaanse Cinelli Brothers hebben ons al meermaals van onze sokken geblazen met hun aanstekelijke mix van blues, soul en rhythm-and blues, de meerstemmige samenzang en de behendigheid waarmee de groepsleden sneller dan hun schaduw van instrument wisselen. En het moet gezegd dat zanger-gitarist-harmonicaspeler Tom Julian-Jones hier doorgaans in zeer hoge mate aan bijdraagt. Alleen is Tom er vandaag niet. Vanwege problemen met zijn visum, zo blijkt. Brexit-shit dus. Joe Anderton, een ietwat vreemde eend in de bijt, vervangt hem. Het optreden verloopt goed en het publiek geniet. Maar wie de Cinelli's goed kent, maakt uiteraard vergelijkingen. Op gitaar klinkt Joe niet zo soulvol als Tom wat de totaalklank eerder naar mainstream bluesrock stuurt. En op harmonica klinkt hij – en we gaan het zachtjes uitdrukken – wel heel rudimentair. De meerstemmige samenzang is minder prominent aanwezig en misschien komt dat omdat Joe's stem minder goed past bij die van de andere groepsleden. Nogmaals, je hoort ons niet zeggen dat dit een slecht optreden is. Maar het is anders dan met Tom. Anders dan de versie van de Cinelli Brothers die er steeds in slaagde om ons te betoveren.

Het is al na 22.00 u. en in de rootstent maken we ons op voor wat de meest bluesy act van de dag moet worden: Robbin Kapsalis & The Giles Robson Band. Giles, de Britse harmonicavirtuoos, kennen we al langer dan vandaag. De zeer traditionele manier waarop hij het kleine instrumentje bewerkt, staat immers op ons trommelvlies gebeiteld. Robbin is zijn wederhelft. Volgens de programmabrochure heeft ze in de South Side van Chicago als kind de bluesklanken opgesnoven. Klanken opsnuiven, het is lang niet iedereen gegeven en wellicht heb je daar een zevende zintuig voor nodig. Giles steekt van wal met twee nummers, waaronder het vlammende 'Varenwinkel Boogie'. Meteen valt ook op hoe sterk de Nederlandse gitarist Steven van der Nat in zijn schoenen staat. Hij past perfect in de setting van deze band en in de sound die Giles en Robbin nodig hebben. Robbin blijkt een degelijke zangeres. Ze put hoofdzakelijk uit de rijke verzameling traditionals. Zo horen we o.a. 'Blues Is My Business', 'The Things I'd Do For You' en 'Everyday I Have The Blues'. Doorheen het hele optreden houdt Giles het publiek bij de les met zijn virtuoos harmonicawerk. Uit zijn trukendoos pleurt hij werkelijk alle vertrouwde licks zoals we ze destijds leerden kennen van pakweg Little Walter of Sonny Boy (de tweede). Voor bluesliefhebbers is dit concert als thuiskomen.

De Nederlandse band DeWolff mag ons in de grote tent naar de nacht leiden. Ze brengen een mix van psychedelische rock, bluesrock en southern rock. En als er nog soorten rock bestaan die wij eventueel niet kennen, en die kans achten wij onmetelijk groot, dan zijn we er zeker van dat die soorten ook in de mix van DeWolff zitten. De sleutelfiguur in deze band is zanger-gitarist Pablo van de Poel. Hij zingt en speelt goed en heeft iets ontwapenends. Maar voor ons is de cirkel rond. De avond eindigt zoals hij is begonnen: met een rockvariant. En ooit stond het op de Druivelaar: "Is de cirkel rond, dan droom je welgezond." Ons opa zaliger zweerde bij zijn Druivelaar, dus zal het wel waar zijn. Daarom besluiten we na een viertal nummers dat het welletjes is geweest voor vandaag...

Franky Bruneel

zaterdag 24 augustus

In de Rootstent zet de Nederlandse band Richville de laatste dag van het festival in. Nu ja, band is een groot woord, want het gaat hier om de tweemansformatie met Richard van Bergen (gitaar en zang) en zijn drummer Jody van Ooijen. Als het voor een powertrio soms al moeilijk is om een gevarieerd programma te brengen, dan is dat al zeker het geval bij een duo. Geen bassist of keyboardspeler om de baslijnen te spelen, dat kan een handicap zijn. Nochtans trekt Richard zich goed uit de slag. Zijn gitaarspel combineert bas en melodie en wordt gedragen door een authentieke gitaarklank die doet denken aan een stevig vervormde buizenversterker uit de jaren '50. Zelfgeschreven boogienummers wisselen af met een meer gesyncopeerde New Orleans-sound. Richard voegt er met een kwinkslag ook nog een shuffle aan toe, want een echt bluesoptreden kan toch niet zonder minstens één shuffle... Het laat ook Jody toe om eens een meer swingende roffel uit zijn drumstel te toveren. Een originele opener, maar voor de rest van de namiddag wordt het voor de bluesliefhebber toch een beetje de tocht door de woestijn, zonder de purist te willen zijn. Ondertussen begint de temperatuur ook te stijgen en het weerbericht voorspelt niets goeds.

Om tien over drie begint in de grote tent het optreden van de band van Paul Van Bruystegem, alias Lange Polle. Mr. Paul & The Lowriders is een uitgebreide groep met diverse gitaren, Hammond en blazers. De band brengt voornamelijk nummers uit het recente repertoire van Mr. Paul, dat een breed scala van, soms psychedelische, sounds beslaat.

Terug naar de rootstent voor PD Martin. Frontman van de groep is Piet Vercauteren, die we kennen van andere formaties, maar ook als Peddlin’ Pete met zijn akoestisch solo-optreden op de Belgian Blues Challenge 2023. De groep brengt een mix van hedendaagse blues, soul en rockgetinte nummers, soms met een exotisch randje maar vooral met veel funky grooves. Niettegenstaande een geringer publiek brengt Piet op een gedreven wijze zijn set en sluit die af met een snelle versie van ‘Keep On Lovin' Me Baby' van Otis Rush.

Ondertussen hebben in de hoofdtent Xander & The Peace Pirates postgevat. Deze Engelse band rond de gebroeders Xander brengt een amalgaam van verschillende rockstijlen. We kunnen het moeilijk thuisbrengen en soms doet het ons denken aan Bon Jovi en soms aan Lynyrd Skynyrd, terwijl ze ook covers brengen van Prince (‘Sign o’ The Times’) en Jimmy Hendrix (‘Red House’). Zoals hun naam laat vermoeden, hebben ze wel iets met een boodschap van vrede, niet dat het echt veel opvalt. Dit is een band met een goede originele sound, waarbij bij momenten fraai wordt gesoleerd. Maar wat moeten we daar nu mee aanvatten?

Met Red Red krijgen we de tweede Belgische band in de rootstent. Naast twee gitaren en een ritmesectie vinden we in deze groep ook een draaitafel. Met het scratchgeluid van de draaitafel wil de band een originele eigentijdse toets aan hun sound toevoegen. Het staat ons ergens voor de geest dat er eind jaren '80 reeds een groep op het podium van het Belgium Rhythm & Blues Festival in Peer stond met een gelijkaardige setup. Een duik in ons digitaal en papieren archief brengt ons (voorlopig) geen uitsluitsel. De band hier heeft inderdaad wel een eigen sound waarbij rock, folkrock en bluesy nummers elkaar afwisselen. De vocals worden door de hele band gedragen en met 'Come On In My Kitchen' laat zangeres Ariane Van Hasselt zich van haar beste kant zien. Bij dat nummer worden we ook getrakteerd op een een scheurende slidesolo op de lapsteel. Het is jammer dat het scratchwerk dikwijls in de soundmix verloren gaat, waardoor het toevoegen van de draaitafel aan zijn doel dreigt voorbij te schieten. Ondertussen zijn we aan een tweede grote stortbui toe en komt het terrein er nog wat natter bij te liggen.

Iets over acht uur gaat Caitlin Krisko and The Broadcast van start. Caitlin Krisko is afkomstig uit North Carolina en haar Europese tour werd vroeger gestart om aanwezig te kunnen zijn in Herselt. Ze brengt een mengsel van stevige rockers en meer ingetogen nummers. Doorheen haar show laat ze een soulvolle, krachtige stem horen zoals tijdens de Aretha Franklin-cover 'I Never Loved A Man (The Way I Love You)', waarbij haar stem enigszins doet denken aan de krachtige vocalen van Susan Tedeschi. Al bij al een gevarieerd optreden, dat perspectieven voor de toekomst opent.

And now for something completely different. In de rootstent krijgen we Stef Kamil Carlens voorgeschoteld. De man treedt in verschillende configuraties op maar is hier begeleid door twee dames op keys en op viool & mandoline. Als drummer fungeert een minimale mechanische drummachine, aangestuurd door een laptop. Tot daar de setup. De band brengt op minimalistische wijze en met doordringende vocalen de eigen songs op een originele manier. Je zou het niet verwachten, maar heel wat mensen in het publiek kunnen dit zeker smaken. Spijtig genoeg is niet iedereen even eerbiedig en bij momenten overstemt het tumult in de tent de band.

Tijdens het optreden van het Stef Kamil Carlens Trio horen we plots een warme blues gitaarklank opstijgen uit de grote tent en ons blueshart zegt ons: daar brandt de lamp. Onverwijld trekken we daarheen en op het podium zijn Jj Thames en Luca Giordano inderdaad bezig aan hun soundcheck. En die belooft. Jennifer Thames timmert al een aantal jaren aan de weg en al van het begin van haar show ontpopt ze zich als een gerodeerde bluesmachine. Deze uit de kluiten gewassen spring in ’t veld krijgt met haar gedragen stem maar vooral met haar présence op scène het publiek onmiddellijk mee. De mimiek, het (oog)contact met de toeschouwers en de bindteksten maken het plaatje compleet. Eigen nummers zoals 'Woman Scorned', waarin ze haar echtscheidingsperikelen bezingt, wisselen af met covers zoals 'The Thrill Is Gone'. Dit brengt ons naadloos bij Luca Giordano. Deze gitarist heeft al een stevig aantal jaren op de teller en op strakke maar innemende wijze stuurt hij zijn begeleidingsband aan. Gitaarspelen hoef je hem niet te leren en als hij tot tweemaal toe een snaar breekt tijdens het openingsnummer, vervangt hij die simpelweg zonder veel noten te missen. Het publiek krijgt niet genoeg van de wervelende show en wordt beloond met drie toemaatjes: 'I'd Rather Go Blind' (bekend van Etta James), 'Stand By Me' (Ben E. King) en 'Rock Me Baby' (bekend van Muddy Waters en B.B. King).

De 'after party' met David Ronaldo & The Dice ons laten we aan ons voorbijgaan. Het lange weekend begint stilaan zijn tol op te eisen en nietsvermoedend wacht er ons nog een onaangename verrassing op de parking. Gelukkig komt de lokale boer helpen om de vastgereden auto’s uit de modder te trekken.

Kris Herrebout


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      ©
Franky Bruneel