|
||
|
Reeds voor de 26ste keer
organiseren onze Varenwinkelvrienden hun
muziekfestival ten voordele van een goed
doel. Dit jaar is dat VZW Feestvarken,
een organisatie die zich inzet om
kinderen in armoede een fijne verjaardag
te bezorgen. Aankondigingen, spandoeken
en t-shirts van het festival vermelden
steeds 'Blues & Roots'. Blues... dat
is duidelijk. Dat kennen we. Wat roots
of rootsmuziek betreft, willen we het
nog maar eens gezegd hebben dat dit geen
muziekgenre op zich is, maar een term
die slimme marketeers hebben bedacht als
verzamelnaam voor genres die sterk
verbonden zijn met culturele en muzikale
tradities van een bepaalde regio of
gemeenschap. Het is muziek die voortkomt
uit volksmuziek of traditionele stijlen
die generaties lang zijn doorgegeven.
Voorbeelden van rootsmuziek zijn: blues,
country, folk, gospel, bluegrass of
reggae en uiteraard de evolutie en
mengvormen ervan. Omdat veel van deze
muziekgenres – de meeste eigenlijk – hun
oorsprong in de VS hadden, noemt men
rootsmuziek ook weleens americana.
(Ge)Varenwinkel profileert zich dus niet
als een bluesfestival pur sang. Dat
begrijpen we en daarom schakelen we naar
de stand 'open-minded' en stoppen we nog
wat extra ruimdenkendheid en
flexibiliteit in onze koelbox. De volledigheid gebiedt ons te melden dat het festival is gestart op donderdag 22 augustus met een aantal coverbands. Naar verluidt bracht die openingsavond ruim 2.000 mensen op de been en tierde de tapkraan welig. Als dat bijdraagt om daarna twee avonden 'blues en roots' mogelijk te maken, dan hebben wij daar niet het minste probleem mee, integendeel. Maar we beperken onze verslaggeving tot de twee dagen die ons net dat tikkeltje rechtstreekser aanbelangen. vrijdag 23
augustus Om 19.00 u.
stipt kondigt Dokter Blues in zijn
inmiddels welbekende en volstrekt eigen
stijl de eerste band op het hoofdpodium
aan. Dat zijn de winnaars van de Belgian
Blues Challenge 2023. Thomas Frank
Hopper heeft duidelijk veel fans
naar Varenwinkel gelokt. Er passeren nogal
wat songs uit het meest recente album
'Paradize City' de revue maar we stellen
vast dat de immer sympathieke Thomas in
zijn uitvoeringen steeds verder van de
blues afdwaalt en steeds meer naar
bezwerende punkrock gaat neigen. Op de
European Blues Challenge heeft hij de
finale bereikt en zelfs een zeer goede
beurt gemaakt, maar voor de International
Blues Challenge in Memphis (januari 2025)
willen we hem toch de raad geven om zich
van zijn meest bluesy kant te laten zien.
Hier speelt het uiteraard geen enkele rol.
Hopper amuseert zich en zijn fans
duidelijk ook. Voor het eerste optreden in
de kleine(re) 'rootstent' maakt Matt
Schofield zijn opwachting. Deze
47-jarige Britse zanger-gitarist – meer
gitarist dan zanger vinden wij persoonlijk
– is voor veel collega's een referentie.
Hij staat bekend voor zijn klank en
technische vaardigheden in een mix van
blues, jazz en funk. "Lap", horen
we je al denken. "Het zal toch weer
niet van 't zelfde zijn als dat steriele
geneuzel van Robben Ford vorige week?" We
kunnen je geruststellen. Schofield houdt
het organisch en zet in een aantal nummers
een lekker vette bluesklank op New
Orleans- en zelfs countryritmes. Het
Nederlandse KRC – wat staat voor King's
Rhythm Crew en dit zijn muzikanten uit de
band King Of The World – begeleidt
voortreffelijk. Bassist Ruud Weber is
onverstoorbaar in zijn geconcentreerde
cool en draagt het geheel voortreffelijk.
Toetsenman Govert van der Kolm
onderscheidt probleemloos de gaten die hij
mag vullen van die waar hij van moet
afblijven en drummer Marlon Pichel houdt
alles stevig in het gareel en volgt
kameleongewijs heel vlotjes de ritmische
capriolen die Matt uit zijn ivoren
Stratocaster tovert. Knap! De
Brits-Italiaanse Cinelli Brothers
hebben ons al meermaals van onze sokken
geblazen met hun aanstekelijke mix van
blues, soul en rhythm-and blues, de
meerstemmige samenzang en de behendigheid
waarmee de groepsleden sneller dan hun
schaduw van instrument wisselen. En het
moet gezegd dat
zanger-gitarist-harmonicaspeler Tom
Julian-Jones hier doorgaans in zeer hoge
mate aan bijdraagt. Alleen is Tom er
vandaag niet. Vanwege problemen met zijn
visum, zo blijkt. Brexit-shit dus. Joe
Anderton, een ietwat vreemde eend in de
bijt, vervangt hem. Het optreden verloopt
goed en het publiek geniet. Maar wie de
Cinelli's goed kent, maakt uiteraard
vergelijkingen. Op gitaar klinkt Joe niet
zo soulvol als Tom wat de totaalklank
eerder naar mainstream bluesrock stuurt.
En op harmonica klinkt hij – en we gaan
het zachtjes uitdrukken – wel heel
rudimentair. De meerstemmige samenzang is
minder prominent aanwezig en misschien
komt dat omdat Joe's stem minder goed past
bij die van de andere groepsleden.
Nogmaals, je hoort ons niet zeggen dat dit
een slecht optreden is. Maar het is anders
dan met Tom. Anders dan de versie van de
Cinelli Brothers die er steeds in slaagde
om ons te betoveren. Het is al na
22.00 u. en in de rootstent maken we ons
op voor wat de meest bluesy act van de dag
moet worden: Robbin Kapsalis & The
Giles Robson Band. Giles, de Britse
harmonicavirtuoos, kennen we al langer dan
vandaag. De zeer traditionele manier
waarop hij het kleine instrumentje
bewerkt, staat immers op ons trommelvlies
gebeiteld. Robbin is zijn wederhelft.
Volgens de programmabrochure heeft ze in
de South Side van Chicago als kind de
bluesklanken opgesnoven. Klanken
opsnuiven, het is lang niet iedereen
gegeven en wellicht heb je daar een
zevende zintuig voor nodig. Giles steekt
van wal met twee nummers, waaronder het
vlammende 'Varenwinkel Boogie'. Meteen
valt ook op hoe sterk de Nederlandse
gitarist Steven van der Nat in zijn
schoenen staat. Hij past perfect in de
setting van deze band en in de sound die
Giles en Robbin nodig hebben. Robbin
blijkt een degelijke zangeres. Ze put
hoofdzakelijk uit de rijke verzameling
traditionals. Zo horen we o.a. 'Blues Is
My Business', 'The Things I'd Do For You'
en 'Everyday I Have The Blues'. Doorheen
het hele optreden houdt Giles het publiek
bij de les met zijn virtuoos
harmonicawerk. Uit zijn trukendoos pleurt
hij werkelijk alle vertrouwde licks zoals
we ze destijds leerden kennen van pakweg
Little Walter of Sonny Boy (de tweede).
Voor bluesliefhebbers is dit concert als
thuiskomen. De Nederlandse
band DeWolff mag ons in de grote
tent naar de nacht leiden. Ze brengen een
mix van psychedelische rock, bluesrock en
southern rock. En als er nog soorten rock
bestaan die wij eventueel niet kennen, en
die kans achten wij onmetelijk groot, dan
zijn we er zeker van dat die soorten ook
in de mix van DeWolff zitten. De
sleutelfiguur in deze band is
zanger-gitarist Pablo van de Poel. Hij
zingt en speelt goed en heeft iets
ontwapenends. Maar voor ons is de cirkel
rond. De avond eindigt zoals hij is
begonnen: met een rockvariant. En ooit
stond het op de Druivelaar: "Is de
cirkel rond, dan droom je welgezond."
Ons opa zaliger zweerde bij zijn
Druivelaar, dus zal het wel waar zijn.
Daarom besluiten we na een viertal nummers
dat het welletjes is geweest voor
vandaag... Franky
Bruneel zaterdag 24
augustus In de Rootstent
zet de Nederlandse band Richville de
laatste dag van het festival in. Nu ja,
band is een groot woord, want het gaat
hier om de tweemansformatie met Richard
van Bergen (gitaar en zang) en zijn
drummer Jody van Ooijen. Als het voor een
powertrio soms al moeilijk is om een
gevarieerd programma te brengen, dan is
dat al zeker het geval bij een duo. Geen
bassist of keyboardspeler om de baslijnen
te spelen, dat kan een handicap zijn.
Nochtans trekt Richard zich goed uit de
slag. Zijn gitaarspel combineert bas en
melodie en wordt gedragen door een
authentieke gitaarklank die doet denken
aan een stevig vervormde buizenversterker
uit de jaren '50. Zelfgeschreven
boogienummers wisselen af met een meer
gesyncopeerde New Orleans-sound. Richard
voegt er met een kwinkslag ook nog een
shuffle aan toe, want een echt
bluesoptreden kan toch niet zonder
minstens één shuffle... Het laat ook Jody
toe om eens een meer swingende roffel uit
zijn drumstel te toveren. Een originele
opener, maar voor de rest van de namiddag
wordt het voor de bluesliefhebber toch een
beetje de tocht door de woestijn, zonder
de purist te willen zijn. Ondertussen
begint de temperatuur ook te stijgen en
het weerbericht voorspelt niets goeds. Om tien over drie
begint in de grote tent het optreden van
de band van Paul Van Bruystegem, alias
Lange Polle. Mr. Paul & The
Lowriders is een uitgebreide groep
met diverse gitaren, Hammond en blazers.
De band brengt voornamelijk nummers uit
het recente repertoire van Mr. Paul, dat
een breed scala van, soms psychedelische,
sounds beslaat. Terug naar de
rootstent voor PD Martin. Frontman
van de groep is Piet Vercauteren, die we
kennen van andere formaties, maar ook als
Peddlin’ Pete met zijn akoestisch
solo-optreden op de Belgian Blues
Challenge 2023. De groep brengt een mix
van hedendaagse blues, soul en rockgetinte
nummers, soms met een exotisch randje maar
vooral met veel funky grooves.
Niettegenstaande een geringer publiek
brengt Piet op een gedreven wijze zijn set
en sluit die af met een snelle versie van
‘Keep On Lovin' Me Baby' van Otis Rush. Ondertussen
hebben in de hoofdtent Xander &
The Peace Pirates postgevat. Deze
Engelse band rond de gebroeders Xander
brengt een amalgaam van verschillende
rockstijlen. We kunnen het moeilijk
thuisbrengen en soms doet het ons denken
aan Bon Jovi en soms aan Lynyrd Skynyrd,
terwijl ze ook covers brengen van Prince
(‘Sign o’ The Times’) en Jimmy Hendrix
(‘Red House’). Zoals hun naam laat
vermoeden, hebben ze wel iets met een
boodschap van vrede, niet dat het echt
veel opvalt. Dit is een band met een goede
originele sound, waarbij bij momenten
fraai wordt gesoleerd. Maar wat moeten we
daar nu mee aanvatten?
Met Red Red
krijgen we de tweede Belgische band in de
rootstent. Naast twee gitaren en een
ritmesectie vinden we in deze groep ook
een draaitafel. Met het scratchgeluid van
de draaitafel wil de band een originele
eigentijdse toets aan hun sound toevoegen.
Het staat ons ergens voor de geest dat er
eind jaren '80 reeds een groep op het
podium van het Belgium Rhythm & Blues
Festival in Peer stond met een
gelijkaardige setup. Een duik in ons
digitaal en papieren archief brengt ons
(voorlopig) geen uitsluitsel. De band hier
heeft inderdaad wel een eigen sound
waarbij rock, folkrock en bluesy nummers
elkaar afwisselen. De vocals worden door
de hele band gedragen en met 'Come On In
My Kitchen' laat zangeres Ariane Van
Hasselt zich van haar beste kant zien. Bij
dat nummer worden we ook getrakteerd op
een een scheurende slidesolo op de
lapsteel. Het is jammer dat het
scratchwerk dikwijls in de soundmix
verloren gaat, waardoor het toevoegen van
de draaitafel aan zijn doel dreigt voorbij
te schieten. Ondertussen zijn we aan een
tweede grote stortbui toe en komt het
terrein er nog wat natter bij te liggen. Iets over acht
uur gaat Caitlin Krisko and The
Broadcast van start. Caitlin Krisko
is afkomstig uit North Carolina en haar
Europese tour werd vroeger gestart om
aanwezig te kunnen zijn in Herselt. Ze
brengt een mengsel van stevige rockers en
meer ingetogen nummers. Doorheen haar show
laat ze een soulvolle, krachtige stem
horen zoals tijdens de Aretha
Franklin-cover 'I Never Loved A Man (The
Way I Love You)', waarbij haar stem
enigszins doet denken aan de krachtige
vocalen van Susan Tedeschi. Al bij al een
gevarieerd optreden, dat perspectieven
voor de toekomst opent. And now for
something completely different. In de
rootstent krijgen we Stef Kamil
Carlens voorgeschoteld. De man
treedt in verschillende configuraties op
maar is hier begeleid door twee dames op
keys en op viool & mandoline. Als
drummer fungeert een minimale mechanische
drummachine, aangestuurd door een laptop.
Tot daar de setup. De band brengt op
minimalistische wijze en met doordringende
vocalen de eigen songs op een originele
manier. Je zou het niet verwachten, maar
heel wat mensen in het publiek kunnen dit
zeker smaken. Spijtig genoeg is niet
iedereen even eerbiedig en bij momenten
overstemt het tumult in de tent de band.
Tijdens het
optreden van het Stef Kamil Carlens Trio
horen we plots een warme blues gitaarklank
opstijgen uit de grote tent en ons
blueshart zegt ons: daar brandt de lamp.
Onverwijld trekken we daarheen en op het
podium zijn Jj Thames en Luca
Giordano inderdaad bezig aan hun
soundcheck. En die belooft. Jennifer
Thames timmert al een aantal jaren aan de
weg en al van het begin van haar show
ontpopt ze zich als een gerodeerde
bluesmachine. Deze uit de kluiten gewassen
spring in ’t veld krijgt met haar gedragen
stem maar vooral met haar présence op
scène het publiek onmiddellijk mee. De
mimiek, het (oog)contact met de
toeschouwers en de bindteksten maken het
plaatje compleet. Eigen nummers zoals
'Woman Scorned', waarin ze haar
echtscheidingsperikelen bezingt, wisselen
af met covers zoals 'The Thrill Is Gone'.
Dit brengt ons naadloos bij Luca Giordano.
Deze gitarist heeft al een stevig aantal
jaren op de teller en op strakke maar
innemende wijze stuurt hij zijn
begeleidingsband aan. Gitaarspelen hoef je
hem niet te leren en als hij tot tweemaal
toe een snaar breekt tijdens het
openingsnummer, vervangt hij die simpelweg
zonder veel noten te missen. Het publiek
krijgt niet genoeg van de wervelende show
en wordt beloond met drie toemaatjes: 'I'd
Rather Go Blind' (bekend van Etta James),
'Stand By Me' (Ben E. King) en 'Rock Me
Baby' (bekend van Muddy Waters en B.B.
King). De 'after party'
met David Ronaldo & The Dice ons laten
we aan ons voorbijgaan. Het lange weekend
begint stilaan zijn tol op te eisen en
nietsvermoedend wacht er ons nog een
onaangename verrassing op de parking.
Gelukkig komt de lokale boer helpen om de
vastgereden auto’s uit de modder te
trekken. Kris
Herrebout
terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Franky Bruneel
|