|
||
|
In juni van
vorig jaar wandelden we in Chicago's
South Side, ter hoogte van de 43ste
straat, op weg naar het huis waar Muddy
Waters heeft gewoond. Plots ontwaarden
we vanop enige afstand een fors postuur
dat ons op een eenwieler tegemoet reed.
Een mens met een helm op zijn kop is
doorgaans niet van op grote afstand
herkenbaar, maar het witte baardje liet
er geen twijfel over bestaan. De
herkenning was wederzijds, want enkele
meters voor ons hield Toronzo Cannon
halt – hij was het inderdaad – om ons
hartelijk te begroeten. Er zijn
uiteraard gemakkelijker manieren om
Toronzo te ontmoeten en je hoeft ervoor
heus niet naar de 43ste straat in
Chicago. De man toert immers regelmatig
in Europa en zijn optredens zijn telkens
zeer genietbare en verrijkende
ontmoetingen. Het was op 18 maart niet
anders in de ondertussen gelauwerde
Ruiseleedse bluestempel. We gaan je zometeen ook iets over het optreden vertellen hoor, maar we willen nog kwijt dat we Toronzo, nadat we hem 's ochtends hadden zien eenwielen, ook 's avonds zagen in Rosa's Lounge. Hij kwam daar zijn jonge collega Stephen Hull aanmoedigen en zong enkele nummers als gast mee. Met zijn knielappen aan. Zijn helm had hij afgezet. Als we dit ook in bovenstaande inleiding hadden gepropt, dan was je misschien de pedalen kwijtgeraakt. En doet dit wel iets terzake? Wel ja, want Toronzo is een gerespecteerde figuur in de bluesscene van Chicago. Hij treedt er zelf niet zo heel vaak op in de clubs – enkel sporadisch in de best gereputeerde. Zijn label, Alligator Records, beschouwt de gewezen buschauffeur immers niet als een lokale artiest maar als een wereldartiest die toevallig in Chicago woont. Op Alligator verschijnt straks, op 7 juni om precies te zijn, een nieuwe cd en Toronzo kondigde aan dat hij ons, vooral in de eerste set, enkele nieuwe nummers eruit zou laten horen. 'I Can't Fix The World' was daar één van, de titelsong zelfs, een stomend funkbluesnummer met een bewogen maatschappelijke en sociale inhoud. Daar is Toronzo goed in. Hij schrijft zijn eigen songs en is een meester in het rijmen. "When she opens her mouth, you'll know she's from the south", zong hij in een lied over een lief uit Mississippi. Of beter, een ex-lief, want het lijkt erop dat Toronzo alleen maar exen heeft. Hij verbloemt dat geenszins, want gedurende de hele show verwees hij meermaals naar het feit dat hij onlangs is gescheiden. Steeds grappend, steeds met de nodige zelfrelativering. Guitig en virtuoos (vanwege de gitaarsolo) was ook het nummer 'Him', en je raadt het al, een song over een kwiebus die het met zijn vrouw deed. Van alle mannen ter wereld, toch niet dié! Dat meen je toch niet... Het lijkt alsof
Toronzo uit zijn persoonlijke miserie heel
wat inspiratie voor nieuwe nummers heeft
geput. En daarmee gaan verbetenheid en
gedrevenheid gepaard. Zo was 'Something To
Do Man' bijzonder krachtig en gevoelig
tegelijk. Stomende Chicagoblues was het,
maar de boodschap kwam wel binnen. "I
thought I was your boyfriend, but you
had always something to do for me. I was
just your something to do man." Zich
ervan bewust dat hij ons al meermaals met
zijn liefdesperikelen had opgezadeld,
kondigde Toronzo plots aan dat hij een
liedje wou zingen over zijn schildpad die
was overleden toen hij nog maar vier jaar
oud was. Alleen was hij er nog niet toe
gekomen om daarover een bluesnummer te
schrijven. Hilariteit alom! Muzikaal viel
er heel wat te beleven. Toronzo's solo's
waren vinnig, maar nergens klonk het
agressief. Hij pakte zijn noten
loepzuiver, zonder enige distorsie. Wat
een verademing. Toetsenman Adam Pryor –
amper 25 – poneerde meermaals verbluffende
solo's. Drummer Phillip Burgess mepte
meedogenloos op zijn vellen en varieerde
zoveel als maar mogelijk was. Wat een
meesterlijke drummer! En bassist Brian
Quinn, die we nog kennen van bij
Mississippi Heat, paste perfect als
counterpart in die o zo pompende en
dragende ritmesectie. Het spelplezier
droop ervan af. Deze jongens amuseerden
zich duidelijk en ondersteunden hun leider
op een trotse maar gedienstig functionele
manier. Toronzo Cannon is
misschien niet meer zo piepjong – hij is
56 – maar laat zich wél gelden als één van
de bluesartiesten die niet eeuwig
voortborduurt op dezelfde klassiekers die
platgetreden paden nog horizontaler maken.
Zijn muziek is authentiek, maar fris en
origineel. Het is dit soort artiesten die
de toekomst van de blues veilig stelt.
Banana Peel mocht een schitterende avond
in de annalen optekenen (hebben wij dit
juist gespeld?) en wij zijn blij Toronzo
nog eens in vol ornaat, zonder helm en
knielappen, aan het werk te hebben gezien.
Franky Bruneel terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Franky Bruneel
|