Blues & Roots
Magdalenazaal (MaZ), Brugge - 12 april 2025

Waar is de tijd dat Brugge de onbetwiste blueshoofdstad van België was? De Belgian Blues Night (jaren '80 en '90) was een prestigieus internationaal bluesfestival. Met de Estaminet en later de Comptoir des Arts had Brugge de beste bluescafé's en in samenwerking met Back To The Roots streken tussen 2014 en 2018 in de Stadsschouwburg bluesgroten als Mud Morganfield, Taildragger, Rod Piazza & The Mighty Flyers, Mr. Sipp en Studebaker John neer. Daar blijven nu enkel nog herinneringen van over. Sinds enkele jaren organiseerde Brugotta – een segment binnen Cultuurcentrum Brugge – in sportcentrum Daverlo een bescheiden blues-evenement met enkel lokaal talent. Voor de eerste keer gaven ze dit, nu in hun nieuwe heimat, de Magdalenazaal, weer wat nationale en internationale allure onder de noemer 'Blues & Roots'. Veel publiciteit hebben ze in het bluesmilieu niet gevoerd, en dat is jammer want de opkomst met slechts zo'n 150 belangstellenden was teleurstellend. Niettemin werd het een zeer aangename avond en de bluesliefhebber in ons was bijzonder dankbaar voor het initiatief.

In de zaal mocht de lokale formatie Dirty 5 openen. In 'I'm Ready' waagde harmonicaspeler Thomas Vandenabeele zich meteen aan de chromatische harmonica en daarmee kon hij aardig uit de voeten. Meteen viel ons ook op dat klank en licht hier super was. De aanpak van Brugotta was in elk geval heel professioneel. Zanger Jan Bruynooghe bleek goed bij stem en zijn akoestische gitaar voegde een frisse en originele tint toe. We onthielden het zeer ritmische 'Johnny Brown Eyes', het countrygetinte 'Sleepin' On A Black Top' en een mooie originele versie van Slim Harpo's 'Shake Your Hips'. Daarnaast bracht Dirty 5 ook wat knappe eigen nummers en een sfeervol eerbetoon aan Tom Waits. Sonny Boy's (de tweede) 'Your Funeral And My Trial' bleek het het meest bluesy moment van de set.

Daarna kwam Travellin' Blue, een Belgische band waarvan de doorgewinterde groepsleden in het verleden karrenvrachten ervaring opdeden bij o.a. The Electric Kings, Last Call, Howlin' Bill en Hideaway. Dit optreden kaderde in de release-tour van hun nieuwe album 'Take The Edge Off'. Hun muziek klonk doorleefd en vakmanschap is voor elk van hen simpelweg een synoniem. Vooral gitarist Luke Alexander scoorde voluit met de loepzuivere klank en het magistrale spel dat hij uit zijn zeldzame vintage-gitaren pleurde. Met uitzondering van de immer goedlachse Hammondspeler Patrick Cuyvers straalde de band echter niet zo heel veel speelplezier uit. De frontman, zanger-saxofonist JB Biesmans, leek zelfs ronduit misnoegd over het feit dat ze 'maar' 45 minuten mochten spelen. Vrijwel na elk nummer stelde hij dezelfde vraag: "Mogen we er nog eentje spelen of moeten we nu al ophouden? Allez, vooruit, ze hebben nog geen teken gegeven, we zullen er nog maar eentje spelen..." Het klonk wel goed hoor, en de eigentijdse benadering van de blues is een grote verdienste van deze band. Het kippenvelmoment van dit optreden kwam er toen Patrick Cuyvers met veel gevoel en inlevingsvermogen een pakkend traag nummer zong. Staat Travellin' Blue garant voor kwaliteit en liefde voor het metier? Zeer zeker! Warmte en verbondenheid met het publiek? Vandaag alvast enigszins gefnuikt door de attitude van de frontman...

De Kroatische harmonicavirtuoos Tomislav Goluban hadden we al vaak gehoord maar tot dusver mochten we hem in onze contreien nog niet live meemaken. Dit optreden was zelfs zijn Belgische debuut met full-band. Goluban is van vele markten thuis en op zijn albums experimenteert hij op zijn instrument tot quasi in het oneindige. Hier koos hij ervoor om bij de hedendaagse standaardblues te blijven, weliswaar in een repertoire vol eigen werk. Als een volleerde volksmenner trok hij als een magneet de aandacht naar zich toe, hij kwam bijzonder sympathiek over en zorgde voor veel afwisseling door uptempo en trager werk behendig af te wisselen. Misschien is Tomislav niet de allerbeste zanger, mede vanwege zijn accent, maar op de harmonica is hij een meester. Vaak speelde hij zelfs rechtstreeks in zijn zangmicro, zonder toeters en bellen en verdorie loepzuiver. In het typische 'treintje' dwong hij moeiteloos publieksparticipatie af en een ander hoogtepunt was toen hij even de grote verdwijntruc toepaste en zijn twee gitaristen ongebreideld met elkaar in duel liet gaan. Ze regen allerlei loopjes uit rockklassiekers aan elkaar in een uptempo bluesnummer en zorgden er dus voor dat niet enkel harmonicafans maar ook gitaarliefhebbers konden smullen. Het optreden waar we het meest hadden naar uitgekeken kunnen we zonder ook maar de minste twijfel als zeer geslaagde labelen.

Oorspronkelijk stond als headliner de Amerikaan Reverend Shawn Amos aangekondigd, maar die werd vervangen door de Britse rockband Wille & The Bandits. Over het waarom hiervan hebben wij geen communicatie opgevangen maar misschien was het voor brave borst Amos een goede zaak dat hij niet na Tomislav Goluban moest optreden. Hij speelt immers ook harmonica maar doet dat zo rudimentair en beperkt dat hij hier genadeloos zou zijn afgegaan. Over Wille en zijn bandieten lazen we in een tekstje van de organisatie iets over een zeer eigentijdse benadering van bluesrock. Ja, het was knap hoe Wille meermaals gewiekst wisselde tussen gitaar en lapsteel in één en hetzelfde nummer. Ja, zijn teksten gingen ergens over. Ja, de hele band bestond uit schitterende muzikanten. Ja, ze leken zichzelf prima te vermaken. Maar heeft deze band een link met bluesrock, laat staat met blues en alle andere Amerikaanse volksmuziekgenres die slimme marketeers onder de verzamelnaam 'roots' catalogeren? Neen, absoluut niet.

Uiteraard waren er tussen de optredens in de zaal ombouwpauzes en die werden in de foyer opgeluisterd – zoals dat heet – door drie piepjonge snaken die samen het bandje Sunn vormen. Wel, laat het nu uitgerekend Sunn zijn, die voor de grootste verrassingen en de meest genietbare momenten heeft gezorgd. Als we piepjong zeggen, dan bedoelen we ook piepjong. Het zou ons niet verwonderen als geen van de drie de middelbare school al heeft verlaten. Maar wat een songkeuze, wat een muzikale maturiteit en wat een instrumentenbeheersing! Deze jongens klonken zo old school als het maar kan in nummers van o.a. Chuck Berry, Jimi Hendrix ('Hey Joe'), 'Gloria' van Them, The Who's 'My Generation', 'They Call Me The Breeze' van J.J.Cale. Wat een gruizige perfecte stem heeft de zingende drummer trouwens! En de driestemmige zang in 'The Weight' van The Band was adembenemend mooi. Hoe schoon was het, dat drie jonge veulens hier de nummers stonden te spelen die het leeuwendeel van de aanwezigen kenden uit hun jeugd, toen zij vijf decennia geleden zelf zo jong waren. "We gaan nog één liedje spelen, want in de zaal gaat een andere band beginnen", zei de zanger-gitarist aan het einde van hun tweede setje. "Fuck de andere bands", antwoordde een ouwe rocker in het publiek. In hun derde en laatste setje stoomde Sunn naar een climax. Ze sloten af met 'Let It Roll' van The Doors waarna we het luidste en meest eerlijke we-want-more-geroep van de avond hoorden. Er was nog net tijd genoeg voor 'Wild Thing' van The Troggs. Wie houdt van een bluesy benadering van tijdloze rockklassiekers moet zeker eens Sunn checken. Ze zijn super!

Aan het eind van de avond kondigde initiatiefnemer Patrick Van Hauwaert aan dat Blues & Roots volgend jaar een volledig weekend in beslag zal nemen. Meer blues en verwante muziek in onze eigen stad? Dat kunnen we alleen maar toejuichen. En uiteraard staan we open voor samenwerking.

Franky Bruneel



reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      © Franky Bruneel