Moulin Blues
Stenenbrug, Ospel (NL) - 2 en 3 mei 2025

vrijdag 2 mei

Het is een betoverende dag met een strakblauwe lucht en aangename temperaturen. Dat doet me denken aan het prachtige nummer ‘Blue Sky’ van the Allman Brothers Band. Eindelijk, na enkele jaren Modder Blues nu Moulin Blue. Op tijd aanwezig zijn is het motto want de opener is niemand minder dan Andrew Duncanson die net zijn eerste prachtige solo-album heeft uitgebracht. Deze goede binnenkomer had naar mijn mening iets later geprogrammeerd mogen staan. Hij brengt het hele album ten gehore en de band speelt een goede set met een prima blazerssectie, verder nog op snaren en drums begeleiding van The Özdemirs en natuurlijk die fantastische stem van Andrew zelf.

In het Bluescafé (zonder tappunt) speelt Jo Harman met band. Ik heb haar eens 'gegoogeld' en kwam alleen maar beelden tegen van een ranke strakke Britse hinde. Nu, blijkbaar enkele jaren en vele kilo’s later, kunnen we haar in Ospel aanschouwen. Een prima stem, een beetje ‘rafelig’ zoals men dat tegenwoordig pleegt te zeggen, maar helaas zijn niet alle nummers uit het repertoire even sterk. Er zitten echt goeie nummers tussen maar ook ballades en die vallen op dit festival iets minder in de smaak.

GA 20 uit Boston ramt er lustig op los en daarvoor zijn absoluut liefhebbers te vinden. De band blijft zich zelf evenwel steeds herhalen. Ieder zijn ding. Niet echt mijn bier en dus even naar buiten voor een koude Belgisch pint.

En dan, beste lezers, komt, ziet en overwint de Spaanse furie La Perra Blanco. Ze schiet als een kanonskogel uit de startblokken en met haar zeer vurig temperament en driftige gebaren weet ze het publiek voor zich te winnen. Wat is het, boogie, rockabilly, rock-'n-roll met een vleugjes blues? Het is spetterend en Wanda Jackson is nooit ver weg. De bassist met staande bas, de drummer en de toetsenman, tevens saxofonist, ondersteunen de kleine zangeres-gitarist met verve. Elk festival moet eigenlijk over een La Perra Blanco kunnen beschikken om de boel eens goed op te schudden en de ‘kletsmajoors‘ het zwijgen op te leggen. Tijdens de toegiften lijkt ineens een rocker á la Little Richard het optreden nog meer in vuur en vlam te zetten. Een geweldige strot en ‘moves’ zoals James Brown. Het blijkt later Les Green te zijn van een van de bands die later op het programma staat. Als iemand de Moulin Bluesposter van dit jaar tot leven weet te wekken dan is hij (Les Green) het wel. Iedereen verlaat met een brede ‘smile’ de grote tent om even op adem te komen.

Even op adem komen kan gemakkelijk bij Trickbag, een ervaren Scandinavisch collectief met een iets koeler temperament. Het vakmanschap staat absoluut niet ter discussie en met Tomi Leino hebben ze een meer dan goede Finse gitarist in huis. Maar na de Spaanse wervelwind is hier geen gevaar voor bosbrand.

In de grote tent toont de Amerikaan Quinn Sullivan vervolgens zijn kunsten en toeval of niet, wij horen een knappe uitvoering van ‘Blue Sky’ van The Allman Brothers. Gaandeweg de set komen er steeds meer lange solo’s en er zijn mensen die daar wel een papje van lusten. Zelf verkies ik een gebrouwen papje met schuimkraag.

Rob Heron & The Tea Pad Orchestra uit het Verenigd Koninkrijk spelen een soort country/trucker muziek, ik noem het zo, dan kunt u zich daar iets bij voorstellen. Zelf gehuld in een Johnny Cash T-shirt hou ik het toch niet lang uit in het ‘Truckerscafé’. Toch iets te weinig ‘vlam in de pijp’...

Les Green & The Swayzees serveren een ‘soulgedrenkt’ gerecht met een zwarte zanger en een geweldige strot. Sam Cooke lijkt ‘in the house’ en deze zanger blijkt ook een geweldige entertainer. 'Stand By Me' gaat er in als koud bier. De tent gaat helemaal mee. Hier kan ik even kwijt dat ik beslist geen ‘Woke-hond’ ben maar in totaal maar twee gekleurde mensen op de podia is misschien wat weinig als je de blues recht wilt doen. Vrouwen op de podia is een ander ding. Er is er in elk geval eentje die, hoe klein van stuk ook, een blijvende en beklijvende indruk achterlaat.

Tommy Castro speelt wel enkele lekkere nummers zoals de opener 'Bad Case Of Love' en het heerlijk slepende 'Maybe Back To Memphis', een lekker swampblues, maar weet toch niet gedurende de hele set op te winden. Een goed album maken is blijkbaar toch nog iets anders dan tijdens een festival het dak eraf blazen.

In het Bluescafé doet de Vlaamse band Doghouse Sam & his Magnatones wél aan binding. Ze spelen lekkere in boogie en rock-'n-roll gesopte muziek, hypnotiserend goed. Op dit late tijdstip moet je niet moeilijk meer doen maar gewoon gas geven en dat doen ze. Op de drumkit leeft Franky Gomez zich uit, samen met Wouter Celis als zanger-gitarist-mondharmonicaspeler en bassist Martijn Ubaghs. Het dak gaat er bijna af. En is de frontman Wouter niet tevens de presentator van dienst op het hoofdpodium? Jazeker en ook dat doet hij zeer gepassioneerd en deskundig. Hij is als presentator geen schreeuwer maar een aangenaam causeur en dat mag toch ook wel eens worden geschreven.

zaterdag 3 mei

Op dag twee twee openen Big Dave and the Dutchmen (alweer zo’n heerlijk Vlaams-Nederlands collectief) met een subliem optreden, bestaande uit grotendeels eigen blues- en soulnummers, zeg maar een soort vintage blues. Deze jongens weten waar de mosterd wordt gehaald. Ik wijs tevens op hun prima debuutalbum.

Tad Robinson, begeleid door dezelfde blazers en de Özdemirs als bij Andrew Duncanson, brengt een rustige mooie set van soulachtige, soms ietwat erotiserende blues, af en toe in een licht jazzy jasje. Hij heeft een aangename genietbare stem en begeleidt zichzelf enkele malen op de mondharmonica. Zeker de moeite waard.

In het Moulin Bluescafé is plaats voldoende bij de Truck Stop Cuties en na enkele nummers begrijpen wij ook waarom. Bij het nummer 'Somewhere Between' van de Tumbleweeds wordt het ons toch iets te machtig.

Op naar de ‘rauwkost’ met Ian Siegal meets Johnny Mastro. Het verschil met de truckstoppers kan niet groter zijn. Als je de bandleden van Ian in een steegje zou tegenkomen, denk je 'Vluchten Kan Niet Meer'. Ze spelen dan ook een vette vorm van blues waarbij de lijzige stem van Ian Siegal er nog een sausje overheen legt. Johnny Mastro lijkt wel een toegevoegde tuinkabouter en zijn zang legt het loodje bij zijn ‘partner in crime’. Zijn mondharp komt er niet overtuigend uit maar dat wijt ik aan de geluidsmix. Prima set, daar niet van, maar wel veel herhaling in riffs en tekst. Twintig keer in één tekst zingen dat je zweet, is niet nodig. Dat zien wij ook wel.

Na al dat gezweet is even zitten er toch niet bij. Wij ontvangen diverse appjes uit het Bluescafé dat het daar loos is. Een piepjonge Amsterdamse band, geheten Doctor Velvet – nooit van gehoord – zet de tent volledig op zijn kop met een zeer energieke act. Een charismatische goed zingende frontman ramt tevens op de toetsen als een verjongde Jerry Lee Lewis. Het vuur wordt aangestoken met eigen composities en enkele zeer goed gekozen covers uit de jaren '60. Zij besluiten met een zeer gedreven versie van een Sam & Dave-soulclassic, 'Hold On, I'm Coming'. Kijk, daar worden wij nu erg blij van, als jonge honden die ongeduldig met hun staartje kwispelen.

In de luxetent wacht de Leif de Leeuw Band niet op ons en de set is al ver gevorderd. Er wacht een zeer smeuďge uitvoering van het Allman Brothers Band nummer 'Jessica' op ons. Heerlijk. Daarna nog enkele nummers waarbij het gitaargeluid wel erg op dat van Dicky Betts lijkt. Aangenaam. Ik vraag me wel af wat het nut van twee drummers is, als ze beiden nagenoeg dezelfde klappen uitdelen. Zinloos geweld, toch?

De Freaky Buds uit het Franse Nantes spelen een zeer behoorlijke set van bluesy rock of rocking blues. Ze voldoen ruimschoots en scoren goed bij het publiek. Zij spelen zelfs twee keer met een kleine pauze ertussenin. In de gaten blijven houden, deze ‘garçons’.

Shawn Pittman staat dan op het menu. Net heeft hij een aardig album in de markt gezet en daar is hij dan. Ik stel mij er wel een en ander van voor maar zijn set is toch wel aan de saaie kant. Geen echte topzanger en zeer veel solo’s maar wat moet je dan ook met drie man op het podium. En ja hoor, daar staat toch weer Pa Özdemir met zijn grote hoed te bassen. Ik wil voorstellen om deze man de volgende keer gewoon het hele festival te laten staan. Wel ziet hij er een beetje uitgeput uit...

Eerder in dit verslag is vermeld dat er in totaliteit maar twee personen met een gekleurd uiterlijk op de podia staan. Er is op de tweede festivaldag echter wel een witte man met een negroďde stem die zeer nadrukkelijk van zich laat horen: Eli 'Paperboy' Reed. Soul, blues en funk zit bij hem in het basispakket en dat kan uiteraard als je stem wordt vergeleken met die van Otis Redding, Wilson Picket en James Brown. Veel schwung, spelplezier en een fantastische band. Een van de hoogtepunten dus.

Op naar het Bluescafé voor het Gerry Hundt Trio. Eindelijk eens een muzikant tevens frontman die niet een zonnebril op hoeft te hebben om ‘cool’ te zijn. Zeer bekwaam brengt hij ‘down to earth Chicago Blues’, leuk instrumentaal werk, mondharmonica met gevoel en recht uit het hart en hij laat ook horen wat je met een mandoline kunt doen. Gerry heeft een aangename stem, een vriendelijke uitstraling en ga zo maar door. Mijn afstand tot het podium is één meter en het lijkt wel alsof hij voor mij alleen speelt. Heerlijk!

Omdat ik Gerry Hundt per sé tot het einde wil zien, mis ik de eerste nummers van Walter Trout. Dit is op zich geen ramp want ik heb Walter al diverse keren gezien. De tent is tjokvol en Walter doet waar hij goed in is, blues met rockballen voor een breed publiek. Hij speelt een prima set en de menigte is enthousiast.

Wegens logistieke redenen zie ik na Walter Trout de twee resterende bands helaas niet meer. Maar ik vind het na een lange ontspannende maar ook inspannende dag goed geweest. Ik heb genoten, hele vette complimenten aan Moulin Blues. Misschien volgend jaar twee transfers van het Bluescafé naar de grote tent?

Jacques Stoop



reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      © Peter Jacobs