Beautiful
Swamp Blues Festival
Centre Culturel Gérard Philipe, Calais (FR) - 28 november
Blues in stedelijke cultuurhuizen is een fenomeen waarvan we in België
alleen maar kunnen dromen. Bij ons gaan aandacht en subsidies van en
door de overheid hoofdzakelijk naar de cultuur van de bourgeoisie, de
cultuur met hoofdletter C. In onze buurlanden kan het gelukkig wél. Daar
is de cultuur van elke sociale klasse welkom in de plaatselijke
theaters. Een schoolvoorbeeld hiervan is het Beautiful Swamp Blues
Festival in Calais. Het cultureel centrum Gérard Philipe biedt onder
impuls van zijn directeur Dominique Floch drie avonden bluesconcerten
van een hoog niveau aan, naast tal van lezingen, tentoonstellingen en
workshops met de blues als thema en gespreid over een volledige maand.
De vrijdagavond stond in het teken van het Chicago Blues Festival (zie
ons verslag van dit evenement in de Banana Peel op 16 november), met
Eddie C. Campbell en The Blues Conspiracy als extra's. Op zondag
borduurden Carl Weathersby en Nora Jean Bruso verder op het Chicagothema.
Wij trokken op zaterdag naar Calais voor het hoofdmenu in drie gangen.
Voor
aanvang van het bluesfeest en in elke pauze waren er korte optredens van
het lokale duo Blackberry 'n' Mr. Boo Hoo. Het leek alsof iemand achter
de coulissen een monsterlijk grote sleutel in hun rug had geplant en die
voor elk setje tot op het maximum had opgewonden. Als Duracellkonijnen
sloegen ze simultaan aan het stompvoeten. Ondertussen speelden ze tot
vermaak van een enthousiast publiek - de één op gitaar, de ander op
harmonica - aardige ragtime-, blues-, bop-, vroege rock-'n-roll- en
countrybluesdeuntjes. We zouden hen eigenlijk best wel willen tippen
voor de pauzemuziek van de tent in Haringe...
Een
enthousiast publiek dus. Een bijzonder dankbaar publiek eigenlijk. Een
publiek dat rechtveerde bij elke verbluffende solo die om het even wie
die avond neerzette. En dit is meteen ook het voordeel van een concept
met tafeltjes en stoeltjes: je ziet het tenminste, wanneer de artiesten
een staande ovatie krijgen. En met staande ovaties waren deze fijne
toeschouwers bijzonder gul.
De
68-jarige Wes Mackey uit South Carolina viel al meteen in de prijzen en
niet in het minst omwille van zijn spitsvondige tekstuele uitlatingen.
Titels als 'I'm Gonna Cookin' With The Blues So I Can Eat My Shoes'
toverden een spontane glimlach op ieders gelaat. En wanneer Wes tussen
twee nummer door naar een slok water hapte, en iemand hem vroeg of hij
niet liever een whiskey wou, zette hij een leuk boompje op over zijn
goede vriend Jack (Daniëls): "Jack and I had an argue. He wanted to
control me. He wanted to be the boss. But we came to an agreement. He
now stays on one side of the bar, and I stay on the other side". Als
meesterlijk entertainer speelde Mackey 'Mr. Bluesman, Please Don't Hit
The Road Again' in een feestelijk tempo, dat net zo goed had kunnen
dienen voor een polonaise op een trouwfeest. Hij reeg vervolgens 'Rock
Me' naadloos aan 'One Scoth, One Bourbon, One Beer' en eerde zo twee van
zijn vroegere werkgevers: Muddy Waters en John Lee Hooker. En zijn
versie van 'Boom Boom' deed een beetje aan 'Mojo Hand' denken, waarmee
ook Lightnin' Hopkins niet ver weg was. De iets te talrijke clichés
buiten beschouwing gelaten, bracht Wes Mackey een best wel onderhoudende
set, geruggesteund door twee Fransen: Simon Boyer op drums en de ietwat
studentikoze harmonicaspeler Vincent Bucher die zijn voorliefde voor
veelnoterij een tikkeltje te nadrukkelijk liet blijken.
Geef ons dan maar het harpspel van Bob Corritore. Ook hier bewees Bob
dat hij perfect weet hoe hij een solo naar een climax toe moet opbouwen,
wanneer hij wél of niet moet blazen en hoe hij fundamenteel
harmonicawerk gevarieerd kan houden, door een fijngevoelig spel van
ritmes en klanken. Hij begeleidde de 61-jarige Dave Riley uit
Hattiesburg, Mississippi bijzonder smaakvol in een
Mississippi-ontmoet-Chicago-repertoire, zoals het fel in de smaak
gevallen 'Lucky To Be Livin'' uit hun gezamenlijke nieuwe cd. Na een
halfuurtje in duo, kwamen Dave Riley Jr. op bas en drummer Simon Boyer
versterking bieden. De set eindigde op het hoogtepunt, na amper drie
nummers met de volledige band. Te vroeg volgens sommigen, maar Dave Jr.
vertrouwde ons achteraf toe: "You've got to keep them hungry enough so
you can feed them next time."
En
onder Corritore's hoede was ook Tomcat Courtney meegekomen op tournee
(zie BTTR 69). Hij mocht voor Bob en Dave aanzwengelen. Sinds 3 november
toert het gezelschap al in Europa en deze avond was de laatste. Zonder
enig spoor van vermoeidheid werkte de kwieke tachtiger zich door een 45
minuten durende soloset. Opvallend bij Courtney was zijn schijnbaar
eenvoudig maar in werkelijkheid gesofisticeerde gitaarspel, waarbij hij
gelijktijdig baslijnen en melodie speelde. Met je ogen dicht waren er
twee gitaristen aan het werk en met je ogen open zag je de brave man
amper zijn linkerhand bewegen. Het is ons niet bekend welke 'tuning'
Tomcat gebruikt, maar hij leverde in elk geval vakwerk af. Het publiek
luisterde ademloos en gekluisterd naar de vele autobiografische en
zelfgeschreven songs. 'Evil Hearted Woman' en 'Cook My Breakfast' waren
hoogtepunten, maar met de uitsmijter 'What'd I Say' sloeg de
bluesveteraan uit San Diego, California werkelijk alles.
Een
compleet overzicht van 40 jaar westkustblues rondde deze gevarieerde
bluesavond af. Ex-Freddie King-bassist en westkusticoon Finis Tasby,
zeventig ondertussen, was snipverkouden. Dit belette hem niet om zich
een meester in timing te tonen tijdens gevoelige vertolkingen van o.a. 'Going
To The Country', 'Cold Cold Feeling' en... 'Rainy Night In Georgia'.
Deze klassieker van Tony Joe White gaat Finis trouwens volgend jaar
opnemen voor een nieuw album op Electro-Fi Records. De man bespeelt al
jaren zelf geen instrument meer, maar als zanger kan hij veelal bogen op
klassemuzikanten die elkaar verdringen om hem te mogen begeleiden.
Alhoewel... supergitarist Alex Schultz (tot vervelens toe ook hier weer
aangekondigd als 'bekend als gitarist van Rod Piazza', lieve mensen, hij
speelt al vijftien jaar niet meer in die band) is een klassebak op zich.
Zijn zachtmoedige dartele en tierlantijnige gitaarcapriolen - die
vervaarlijk kunnen grommen wanneer nodig - lijken onuitputtelijk. Het
plezier dat hij zelf aan musiceren beleeft, onsterfelijk. Nooit eerder
hoorden we een gitarist zo fijnbesnaard de intro van 'Rainy Night In
Georgia' spelen en nochtans is die song al duizend-en-drie keer
gecoverd. Schultz en de Oostenrijkse Hammondtovenaar Raphael Wressnig
ontpopten zich tot de perfecte tandem (luister maar eens naar hun
gezamenlijke cd 'Don't Be Afraid To Groove'). We moeten eerlijk zijn.
Finis Tasby klonk naar het einde van de set toe ietwat vlak en de
inspiratie ebde stilaan weg. Hij was als de luis in de pels van zijn
eigen fantastische band. Maar het publiek gaf hem waar hij recht op had:
ontzag, eerbied en waardering voor wat hij in zijn lange loopbaan voor
de blues heeft betekend.
Een tip voor
de lezers van Back To The Roots: Calais is heus niet zo ver weg. Geef
het Beautiful Swamp Blues Festival gerust een stip in uw kalender van
volgend jaar!